Van 19 aug tot 01 dec ben ik op de 'Africa Mercy' van Mercyships in Benin. Ik heb er ontzettend veel zin in en kijk uit naar alle avonturen die ik mag gaan meemaken! Hier kun je mijn verhalen meebeleven, leuk als je een berichtje achterlaat! Liefs - Dinante

woensdag 2 december 2009

Over boerenkool, kou, heel lieve vrienden en gemis..

Ik ben thuis! Hoe onwerkelijk is dit. Ik voel me meer dan eenzaam, met mijn eigen laptop, op mijn eigen bed, met mijn eigen muziek aan, alleen, in een veel te groot huis in een veel te koud land. Maar ik ben blij er weer te zijn :)
Maandagavond heb ik afscheid genomen van het schip, van Benin, maar vooral van heel veel mensen. Het blijkt dat je in drieëneenhalve maand toch nog behoorlijk hechte vriendschappen kan sluiten. Ik ga ze missen..
Kelsey en Priska hebben me naar het vliegtuig gebracht en bleven achter het glas staan zwaaien totdat ik de douane door was. De vlucht was prima, in Parijs had ik iets meer dan een uur overstaptijd wat uiteindelijk nog een sprint naar de gate opleverde, maar ik heb het gehaald.
Op dit moment was het al behoorlijk koud en een vrouw vroeg me 'why on earth I was wearing flipflops'. Ja, koppigheid..
We landden (nouja, landen, het was meer een zachte vorm van neerstorten) een kwartier te vroeg, mijn bagage zag ik al toen ik de band nog niet had bereikt en ik hoefde geen douane meer door. Dus was het nog hartstikke vroeg toen ik de befaamde deur door kwam. Het was ontzettend rustig op schiphol dus signaleerde ik al snel mijn ouders, broertjes, en drie van mijn lieve vriendinnen.. ik was zo blij!!
Mijn moeder had gelukkig sokken, laarzen en een dikke jas voor me meegenomen.
Onderweg keek ik mijn ogen uit, is het je ooit opgevallen hoe schoon en strak georganiseerd Nederland eigenlijk is? En koud?
Thuis wachtte mijn bed op mij, en dat sliep fijn. Er was een welkom-thuis-taart en mijn moeder had boerenkool gemaakt. Ik heb ondertussen vijf lagen kleren aangetrokken en de kachel wat opgestookt. Dat voelt al iets beter.
Ik heb een ontzettend, ontzettend goede tijd gehad in Benin en ik wil iedereen bedanken die met me heeft meegeleefd, voor me heeft gebeden, me financieel heeft ondersteund, me heeft overladen met kaartjes, emails, berichtjes, smsjes, pepernoten en chocolademunten..
Couldn't have done it without you..
LOVE you guys!

dinsdag 24 november 2009

Over verdrietige omstandigheden en feestelijke jurken..

Normaal gesproken kijkt de wardverpleegkundige niet op of om wanneer ik haar de labuitlsagen kom brengen. De getalletjes zeggen op het eerste gezicht ook niet zo veel. Maar dat was deze keer anders. Ik had mijn voet al bijna weer over de drempel gezet toen de verpleegkundige een gat in de lucht sprong. Ze slaakte kreten als ‘Halleluja!’ en ‘God is groot!’. Daar kan ik inkomen, maar de reden van haar plotselinge enthousiamse ontging me nog enigszins. De patiënten op zaal vielen haar bij in luid ‘aiaiaiaiaiaiiiiii’ geroep. Toen de nurse mijn onthutste hoofd zag, verontschuldigde, en verduidelijkte ze zich. Deze vrouw was een VVF patiënte.
VVF staat voor vesico vaginale fistel. Vrouwen in West-Afrika zijn door ondervoeding en het harde werk op jonge leeftijd vaak veel te klein wanneer ze voor het eerst bevallen. Dit, samen met het feit dat er geen goede verloskundige hulp voor handen is, zorgt ervoor dat ze soms heel erg lang aan het baren zijn. Door de langdurige hoge druk kan er dan een gat ontstaan van de blaas en/of het rectum naar de vagina wat ervoor zorgt dat de vrouwen de rest van hun leven (mits ze de bevalling overleven) incontinent zijn voor urine en soms ook voor ontlasting. Want een operatie om dit probleem te verhelpen is te duur. Geen fijne situatie. Zachtjes uitgedrukt. Vaak worden deze vrouwen verstoten door hun man. En door de rest van het dorp. Op de markt wil niemand iets van ze kopen, want ze stinken. Sommige vrouwen bereiken zo’n dieptepunt dat ze geen andere uitweg zien dan zichzelf van het leven te beroven.
Dit soort verhalen horen we in Nederland niet. Maar in Afrika zijn er tienduizenden en tienduizenden vrouwen die met de realiteit van VVF moeten leven.
De vrouw van de labuitslag had geluk. Zij is hier op de Africa Mercy geopereerd. Ze kreeg een infectie, waardoor de hele situatie even erg spannend werd. Maar vandaag was de kweekuitslag terug waar ze al twee weken op had gewacht, op gehoopt had en voor had gebeden: ‘no growth’. De infectie was verdwenen! De gordijnen konden naar beneden en ze mocht weer haar bed uit. Goed nieuws voor haar en een feestje waard.
En feest wordt er gevierd, elke keer wanneer er een ‘VVF-lady’ genezen naar huis gaat. Er wordt dan een ‘dressceremony’ georganiseerd. De vrouwen krijgen een prachtige, nieuwe jurk en worden mooi opgemaakt. Er komt veel publiek. Er wordt gezongen, gedanst en de vrouwen vertellen hun verhaal.
Wat was het bijzonder dat ik hier bij mocht zijn.
Op zich zijn de 50 VVF operaties die er op het schip worden gedaan natuurlijk dweilen met de kraan open (in dit geval een wat ongelukkige woordkeuze). Maar Mercyships heeft er bewust voor gekozen om het aantal VVF-operaties naar beneden te brengen en op een lager tempo te opereren. Zo wordt er de mogelijkheid gecreeerd voor Beninse artsen in opleiding om mee te kijken en getraind te worden in deze operaties. Zodat er meer vrouwen geholpen kunnen worden. Want een menswaardig bestaan, dat verdient iedereen.

woensdag 11 november 2009

Over lange Tro-Tro ritjes, Ghaneese hiphop en gastvrije families..



Ook het werk in het lab is langzamerhand normaal geworden. Ik doe mijn best snel te werken en ondertussen de juiste papieren bij het juiste buisje bloed van de juiste patiënt te houden. Het is leuk! Het werk komt met vlagen binnen en als het even rustig is heb ik de tijd om wat dingen op te zoeken, dus het is ook nog enigszins leerzaam. Omdat ik nu gewoon burgerlijk elke dag de hele dag aan het werk ben kan ik helaas niet meer zoveel het land in.
Ik was dan ook meer dan blij toen we afgelopen vrijdagochtend om 04:00 uur vertrokken richting “the promised land”, oftewel Ghana, op bezoek bij Priska’s en Ernest’s roots. Met vier mensen op de achterbank was het hoogst oncomfortabel, en was mijn linkerbeen opgelucht dat we na anderhalf uur de grens met Togo bereikt hadden. Hier wachtte ons bureaucratie alom; stempels, formulieren, en vragen (“Zijn jullie getrouwd?” “Ja, wij zijn Ernest’s vier vrouwen.” “Life’s unfair..”). Het hele grens-oversteek-gebeuren deed mij in iedergeval wel aan de uittocht uit Egypte denken, wat een drukte, wat een hitte, wat een hectiek, getrek, geschreeuw.. we moesten namelijk lopend de grens over. Aan de andere kant bij de immigratie herhaalde het hele ritueel zich opnieuw. En bij de Togo-Ghana grens opnieuw. En bij de immigratie van Ghana opnieuw. My goodness..
Na een uurtje of drie waren we dus in Ghana, maar nu begon onze reis pas echt. Een klein busje bracht ons naar het noorden, naar Accra. Onderweg snapte ik al iets meer van het beloofdeland-aspect van Ghana. Alles was bezaaid met christelijkheid. ‘Christ is King hairsalon’, ‘Nothing is impossible for God plumbing services’, ‘Jesus lives funeral centre’, ‘God is sovereign grocerystore’. Oh, well. Ook de auto’s waren met dit soort spreuken beplakt. Wij bevonden ons in de ‘Psalm 38 Trust in God Tro Tro (minibus)’. Een ander ding was dat iedereen elkaar hier aanspreekt met sister en brother, of beter; ‘sista’ en ‘challee’.. Aangekomen in Accra moesten we op zoek naar het busstation. De ontwikkeling van dit land bracht mij enigszins in verwarring. Er was een Mac Donald’s, de straten waren geasfalteerd en ik zag zelfs een viaduct.
De busreis die ons stond te wachten was een grote verschrikking. Mijn stoel was best comfortabel, de airco stond aan, maar de tv was het probleem. Die toonde ons namelijk de tv-serie ‘devil’s seed’. In het kort het plot van elke aflevering: vrouw (waarom altijd de vrouw?) is bezeten, gaat op bezoek bij een pastor, die de kwade geest met grof geweld gaat uitdrijven, vrouw raakt in trance, pastor overlaadt haar met vlammen en vuur, vrouw verandert in slang, of tijger, of een ander gedrocht, nog meer geschreeuw en alles komt goed. Het geluid stond echt ontzettend hard, en al het geschreeuw, getier, gehuil en gekrijs was ontzettend naar. Hoe kunnen mensen dit leuk (of, zoals de vrouw naast me, zelfs grappig) vinden? Mijn oordoppen boden uitkomst.. De regering was bezig met het aanleggen van een nieuwe weg, maar het nieuwe parlement gaf hier wat minder prioriteit aan. Dus legden we de komende 250 kilometer hobbelend af in slechts 6 uur. Ik heb devil’s seed serie 1 en 2 gezien. Helaas.
Priska’s auntie (tante) haalde ons op vanaf het busstation. Het was intussen 20:00 uur. Haar familie was erg blij om ons te zien en we werden gastvrij onthaald met typisch Afrikaans eten. Dit deel van haar familie was niet heel erg arm. Priska’s ouders hebben hun huis betaald, dus dat was goed voor elkaar. Er was zelfs elektriciteit. ‘s Ochtends in ieder geval. We deden nog even een drankje in de bar en vielen toen uitgeput in slaap.
De volgende ochtend vroeg stond er een typisch Afrikaans ontbijt voor ons klaar. Auntie nam ons mee naar de markt, wat nogal overweldigend was. Het was de grootste markt van Ghana, het was ontzettend, ontzettend druk en auntie liep alsof ze de trein moest halen en voor die tijd ook de geiten nog moest melken. Na twee uur racen en half panieken omdat we elkaar in dit tempo steeds kwijtraakten, waren we het zat. En auntie was gefrustreerd omdat we niks kochten. Maar wij konden nergens naar kijken als al onze aandacht opging aan het proberen volgen van de groep.
‘s Middags namen Ernest en zijn neef ons mee naar een plek waar een zwaard in een rots vastzit. Niemand krijgt hem eruit. Klinkt King Arthur-achtig. Het gebouw waar deze rots zich in bevindt was helaas op slot. Maar dat gebouw heb ik dus mooi wel gezien. Ha.
De andere attractie was het Ashanti-paleis. Hier woont de Ashanti-koning en die bezit heel veel goud en is dus heel rijk. De Surinamers schijnen uit dit volk voortgekomen te zijn. Behalve ons, was er ook een ander gezin dat de tour volgde. De vrouw was slechts lichtelijk overdressed in haar galajurk en haar man droeg een lang, wit gewaad. Hij vertelde me dat hij van het Ashanti-geslacht was en dat hij nu in the States woont met zijn gezin. Dat verklaarde. Hij gaf ons een boekje met zijn biografie en alles wat hij in zijn leven had bereikt. Enigszins apart.
‘s Avonds brak het hiphop-gedeelte van dit verhaal aan. We gingen namelijk met Ernest’s neven op stap. In de auto werd mij gevraagd van wat voor soort hiphop ik precies hield. Aangezien ik niet eens wist dat er verschillende soorten waren, kon ik daar helaas geen antwoord op geven. Maar ik ben ondertussen behoorlijk bijgeschoold. (‘Are ya a pirate, then why d’ya got that eyepatch on?’). Well. In da club voelden we ons in onze spijkerbroek en shirtjes behoorlijik underdressed aangezien de rest eruit zag alsof ze vanavond een videoclip met 50 cent gingen opnemen. Maar volgens Ernest’s werden wij als boeroeties (blanken) zelfs in pyjama nog binnengelaten. Wat bleek te kloppen (niet dat ik mijn pyjama aan had, maar je snapt het idee). Gosh. Het was allemaal wat overweldigend, en om als drie blanke meiden daar te zijn, dat heeft een wat apart effect. Afrikanen hebben wel gevoel voor ritme zeg, dansen konden ze! And so we did.. or tried.. het was very nice..
De volgende ochtend hoefden we gelukkig pas om half 6 op te staan. Met de alcohol nog in ons bloed begaven we ons nog verder naar het noorden, naar Nsuta. Hier woont Priska’s schoonfamilie. Haar neefje kende niet zoveel Engels, maar zijn ‘Get out! You, white people, get out!’ was meer dan duidelijk. We waren gearriveerd! Dit deel van de familie was een stuk armer, maar ook een stuk blijer, traditoneler, en nog gastvrijer. We waren blij dat Ernest als rasachte Ghanees ons steeds kon influisteren wat er van ons verwacht werd (‘eet je bord leeg, eet je bord niet leeg, enz.). Na het ontbijt gingen we een wandeling maken, dat wil zeggen, een berg beklimmen. Wij (ik) trokken het bijna niet, maar Priska’s familie huppelde op blote voeten naar boven. Wat was het mooi.. geweldige bergen in nevelen gehuld.. het was de tocht waard! Boven op de berg bevonden zich acht ‘kampen’ waar mensen heen kunnen om te bidden en het leven te overdenken of te bespreken. Daar konden ze zich geen mooiere plek voor wensen.. Aan de voet van de berg werden Obama biscuits verkocht (‘he’s a good challee’).
Terug bij de hut/het huis werden we opnieuw volgestopt met eten. Daarna gingen we naar een vleermuisgrot.Omdat hier vroeger mensen in geleefd/geschuild hebben was onze gids bang dat de geesten van hun voorouders gestoord werden door onze komst. Dit werd als volgt opgelost. De man trok zijn schoenen en sokken uit en zette een fles drank (80%) op een rots. Hij sprak een soort gebed uit en schudde vervaarlijk met de fles. Vervolgens moesten we allemaal wat drank in een glas gieten en dit achterover slaan. Hoe slim het was om half dronken een duistere grot in te gaan, wist ik niet. Er werd ook door christenen gebeden en er werden kruisjes geslagen. Mijn hemel, waar gingen we heen..
De grot was inderdaad nogal claustrofobisch, maar dat was met de alcohol best grappig. Totdat de gids zei; ‘En nu doen we allemaal onze zaklampen uit. (het was angstwekkend donker) Dit is waarom we gebeden hebben, als onze zaklampen uitgaan, weet niemand dat we hier zijn en vinden we de weg nooit meer terug.’ Fijn!
We kropen in het water door 1 meter hoge gangen, terwijl de vleermuizen om je hoofd vlogen.. avontuurlijk was het zeker.
Na opnieuw een maaltijd (Jessica gebruikte ondertussen woorden als foodcoma, vomit en explode), begonnen we aan onze terugreis naar Kumasi. De volgende ochtend om half vijf zeiden we gedag tegen Priska’s familie en herhaalde de heenreis zich in omgekeerde volgorde. De chauffeur reed angstaanjagend slecht, we moesten drie keer stoppen omdat er rook uit de motorkap kwam, en de auto lekte benzine, maar we zijn levend aangekomen. Ghana was lovely!!

dinsdag 27 oktober 2009

Over een verschrikkelijk nare geschiedenis..

Onze zoektocht naar de geschiedenis van Benin ging verder. We bezochten Ouidah, bekend om de bloeiende slavenhandel in het verleden. Voor we vertrokken dacht ik; dit wordt mooi ongemakkelijk voor de Amerikanen, in Europa hebben we immers nooit zoveel slavernij gehad als daar. Maar daar had ik even iets langer dan twee seconden over na moeten denken. De man van het museum/Portugeese fort vertelde dat er in het plaatsje vier forten waren, een Deense, een Franse, een Portugeese en, jawel, een Nederlandse. Oh. Het was een treurige ochtend, waar we leerden hoe de slaven gevangen genomen werden, hoe de koning veel geld voor ze kreeg, hoe ze lang moesten wachten en in zulke slechte omstandigheden werden vervoerd dat slechts de helft levend aankwam.
We liepen de slavenroute. Als de persoon eenmaal op de markt was gekocht, gingen ze naar de tree of forgetfulness. Koning Agadja had deze boom gezegend met magische krachten, zodat wanneer je er zeven keer omheen liep je je naam, identiteit, familie en je geschiedenis zou vergeten. In het huis van Zomai (‘huis zonder licht’) moesten de gevangenen wachten tot het schip kwam. Dit kon maanden duren, zodat ze compleet verzwakt waren wanneer ze afgevoerd werden. Velen overleefden deze fase niet en werden in het massagraf achter dit huis gegooid. Vertrokken ze wel, dan maakten ze drie rondjes om de tree of return. Dit zou hen garanderen dat hun ziel eens weer terug zou keren naar Afrika. Gedurende al deze verschrikkingen waren de slaven geketend, met handen en voeten aan elkaar vastgemaakt. Op de plaats waar de schepen vertrokken is nu een monument gebouwd, the gate of no return. Vreemd om te beseffen dat de laatste slaaf hier pas in 1885 weggevoerd werd.
We waren voor het eerst eens niet de enige buitenlanders. Ouidah is een soort toeristische trekpleister geworden voor Afro-Amerikanen, Jamaicanen en Cubanen die opzoek zijn naar hun roots. Het is ook via Ouidah dat de voodoo Amerika heeft bereikt. De katholieken probeerden de Afrikanen nog voor hun heiligenbeelden te laten buigen, maar ze hadden onder het altaar hun eigen voodoo-goden verstopt. Ook in Ouidah is er in 1989 door het vaticaan een basiliek laten bouwen, omdat de Paus op bezoek kwam. Het is een groot gebouw geworden, en wie goed kijkt ziet dat de schilderijen doordrenkt zijn van de voodoo-afbeeldingen.. de kerk zit eigenlijk nooit vol. Had het geld misschien toch beter in iets anders gestoken kunnen worden, geloof laat zich niet dwingen..

Over een kleurrijke en vreugdevolle kerk..

maandag 19 oktober 2009

Over Afrikaans Venetië, dansjes in de diningroom en een nieuwe baan..

Mijn laatste week in de diningroom is aangebroken! Deze week werk ik nog twee dagen en daarna ga ik verder in het labaratorium. Daar hadden ze namelijk een ernstig gebrek aan mensen. Afgelopen week ben ik gedurende twee en een halve dag ingewerkt en nu moet ik een dezer dagen klaar zijn voor de overstap. Ik werk nu gewoon burgerlijk van maandag tot en met vrijdag van 08:00 tot 17:00 uur samen met Sarah uit Australië en Joke uit Nederland. Ik ga vooral bloed testen, dat is een volledig bloedbeeld bepalen en HIV-, hepatitis-, malaria-, en syphilistesten uitvoeren. Dit bloed komt van nieuwe patiënten die nog moeten worden opgenomen of al opgenomen zijn of van (potentiële) bloeddonoren. Ik heb erg veel zin in deze nieuwe uitdaging, maar zal mijn team en mijn werkdagen wel gaan missen..
Ik ben niet de enige die deze week vertrekt. Loveth gaat vrijdag weer naar huis, naar Nigeria. Haar broer komt haar dan aflossen. We gaan daar vrijdagavond nog even wat op drinken. Tijdens de afwas zingen we mee met ‘African queen’, absoluut the cheesiest of all lovesongs (met teksten als: u are the one that makes me smile, makes me float like a boat upon the Nile), momenteel erg populair hier. Zoek maar eens op. Het maakt ons in ieder geval erg blij en soms doen we een dansje.. Vandaag was ik dus na een werkmarathonweek weer eens een dagje vrij en ben ik met Priska, Jessica en Miriam naar Ganvié geweest, een dorp (30.000 inwoners) op palen in het water. Lekker drie uur varen in een boot. Het is de enige toeristische attractie die Benin rijk is. Dus hadden we eigenlijk geen keus. Maar toerist zijn bevalt toch eigenlijk niet zo best. Vooral niet als je langs huizen (hutjes) vaart van mensen die erg arm zijn. Arm, maar niet ongelukkig, kwam ik tot de conclusie. Misschien was die conclusie wat snel getrokken. Toch kwamen er voornamelijk Giethoorn-Venetië-tropisch eiland vakantiegevoelens bij ons naar boven. We zouden eigenlijk wel een maandje met ze willen ruilen. En zij waarschijnlijk ook wel met ons. Maar daarna willen we toch wel graag terug naar ons comfortabele bestaan. Soms lijkt het leven gewoon niet zo heel erg eerlijk.

zondag 11 oktober 2009

Over zakkenrollers, corruptie en andere feestelijkheden..

‘s ochtends ging ik met een groep van het schip naar een kerk. Acht jaar geleden was Mercyships ook in Benin. Het land was er toen nog vele malen slechter aan toe.Er zijn toen enkele gezondheidscentra en ook een kerk opgezet. Deze zijn nog steeds in gebruik. We reden door een zanderig primitief dorp en kwamen aan bij een overdekt en ommuurd plein. Dit bleek onze bestemming. De preek ging over ‘de kerk’, en ging erover dat de kerk gevormd wordt door alle mensen samen en niet door het gebouw. Dat was dus zeker in dit geval van palen en golfplaten een hele geruststelling. Het was een ontzettend mooie dienst, met vrolijke mensen, vredig fluitende vogels, veel kinders, feestelijke kleding en een vrouw die je met een stok mepte als je in slaap dreigde te vallen. Twee mensen van het schip gaan in maart trouwen. De voorganger maakte zich daar enigszins zorgen over, omdat er in Europa zoveel huwelijken kapot gaan. Daarom moest het koppel naar voren komen en ging de hele kerk enthousiast voor ze bidden. Ze stonden er wat ongemakkelijk bij, maar het was toch mooi. Er werd een collecte gehouden voor de kosten van de kerk en de elektriciteit. Ik telde drie gloeilampen en een klok. Aan het eind van de ochtend was er voor ons cola of fanta en voor de kinderen een snoepje. Wat een mooie plek!
Eenmaal terug op de boot had ik een half uur om te eten en me om te kleden, we gingen namelijk naar een voetbalwedstrijd! Ghana-Benin. Ghana had zichzelf al gekwalificeerd voor het WK in 2010 en de Africacup. Benin kon het WK al niet meer halen, maar als ze deze wedstrijd zouden winnen zouden ze nog naar de Africacup kunnen. Ernest en Enoch zijn 100% Ghanees en Priska voor de helft, dus sloten we ons aan bij de Ghanese supporters. Ik snapte niet waarom we drie uur van tevoren weggingen, de wedstrijd was namelijk in het stadion in de stad. Maar dat werd snel duidelijk.
We pasten niet meer in een Mercyships auto dus moesten we zelf een taxi fixen. Iemand wou ons voor 200 CFA per persoon (30 eurocent) wel meenemen. Je leert elkaar weer een stukje beter kennen als je een kwartier bovenop elkaar zit. En we gingen ook niet echt snel meer, met negen mensen in een klein koektrommeltje. Maar we kwamen vooruit! Wat was het een chaos toen we aankwamen.. zoveel mensen en we konden de Ghanese ingang niet vinden. De wedstrijd was uitverkocht. Een kaartje (tweederang) kostte drie euro. Ondertussen probeerde mensen ons vanalles aan te smeren, en wilde mensen ons aanraken, gewoon omdat vijf van ons blank waren.. We moesten ongeveer een kilometer in de rij staan. Ik deed mijn uiterste best om niet omver gereden te worden, de rest van de groep in de gaten te houden en tegelijkertijd een treurige mevrouw uit te leggen dat ik écht geen groen-geel-rood lintje van haar wilde kopen. Het was waarschijnlijk daarom dat ik vervolgens te traag reageerde. Priska: ‘Ehm, Dina, what is he doing?’ Ik keek achterom, zag net iemand wegrennen en besefte dat hij mijn kaartje had gejat. ‘My ticket! He stole my ticket!’ Dat was alles wat Priska nodig had om de achtervolging in te zetten. Ze stoof als een malle de menigte in. Dat vond ik een beetje eng, dus ik stoof achter haar aan. Geen goed idee, want het volgende moment was ik én Priska én de rest van de groep kwijt. Na twee seconden in een lichte staat van paniek te verkeren, zag ik Ernest, onze grote (echt grote), stoere, zwarte Ghanees. Hij rende achter Priska aan, maar ze was de man uit het oog verloren. Helaas. We zouden wel een nieuw kaartje fixen. Toen bemerkte ik dat ook mijn geld uit mijn andere zak was verdwenen (iets van 30 euro) en zelfs mijn flesje zonnebrand. Zo frustrerend! Het zij zo. De rij bewoog ineens supersnel. Ik had nog steeds een kaartje nodig. Maar alles wat ons werd aangeboden waren derderangskaartjes, en dan kon ik niet bij de rest zitten. Toen was de securityguy ineens al daar. Hij drukte de groep erdoor en sleurde mij terug. Ik zette een heel wanhopig gezicht op en Miriam en Priska legden uit dat ik was beroofd. Hij liet me erdoor. Vervolgens hebben we zes keer een kwartier in de verkeerde rij gestaan. De Ghanasupporters waren ver te zoeken. Bij de zevende poging hadden we de goede rij te pakken, maar de beveiliging was hier iets strenger dan we konden gebruiken. Want ik had nog steeds geen kaartje, maar hier, na de eerste controle, werden natuurlijk helemaal geen tickets meer aangeboden. We besloten de man eerst proberen te overtuigen, als dat niet lukte zouden we hem omkopen. De man bleek inderdaad meer dan vastberaden te zijn mij niet door te laten. Ondertussen werd er zo geduwd, gedouwd en getrokken, dat was niet grappig meer. Miriam (ja, ik had zelf geen geld meer..) zwaaide met 5000 CFA’s (dus 2,5x de prijs van het kaartje). Maar hij weigerde. Hij weigerde! Was West-Afrika dan toch minder corrupt dan gezegd wordt? Een man achter ons fluisterde in Miriams oor dat ze het wat subtieler moest aanpakken. Dus frommelde ze het briefje in haar hand, we wachtten een minuutje, en toen drukte ze het in de hand van de securityman. Hij knikte even naar haar. Liet ons toen weer even wachten, scheurde het kaartje van een andere supporter en gaf mij heel snel en ongemerkt de andere helft. Slim! Ik was zo blij eindelijk binnen te zijn.. De sfeer in het stadion was heerlijk uitbundig, de zon scheen als een gek en er waren veel mensen met schuiftrompet. Slechts 10% kwam voor Ghana supporten en er waren drie goede spelers uitgeschakeld door malaria. We hadden dus een belangrijke taak. Het was ontzettend leuk (en warm) om mee te maken! We zwaaiden vrolijk met onze Ghanese vlaggetjes en af en toe moesten we met een supporter op de foto omdat we de enige blanke supporters waren. Na 90 minuten waren er helaas geen doelpunten gevallen. Maar het was in de extra tijd dat Benin scoorde. Ernest is er van overtuigd dat ze daarvoor betaald hebben, want zij hadden de wedstrijd nodig en Ghana niet. We will never know..
De stad werd helemaal gek. Een feest barstte los!! Er werd getoeterd, geschreeuwd en gejuicht. Iedereen kwam zijn huis uit. Het verkeer liep compleet vast. We vonden een taxi, maar we moesten vijf keer zoveel betalen als op de heenweg. Nouja, we deden er dan ook vijf keer zo lang over. We zaten nu met negen mensen in een kleine Toyota Creation. Ik zat klem op de voorbank naast Ernest onze stoere en grote (erg grote) Ghanees. Mijn arm hing uit het raam en mijn arm is blank. Dus stopte er af en toe een motor om aan te bieden om mij achterop verder te vervoeren. Lief aangeboden, maar bedankt. Drie kerels sprongen op de motorkap (ja, we reden echt niet hard..) maar onze bestuurder reed gewoon door. Vier agenten probeerden het verkeer te regelen, zonder succes.. Een man met een vijf liter wodkafles deelde shotjes uit aan voorbijgangers. Misschien geen heel goed idee. Wat een chaos! Ik was blij weer terug te zijn op het schip.. en mijn benen te kunnen strekken. En mijn verbrandde hoofd (want ja, die gestolen zonnebrand..) te kunnen aanschouwen. Morgen weer gewoon oud en vertrouwd aan het werk. Lekker rustig..

dinsdag 6 oktober 2009

Over geloof, bijgeloof en mooie operaties..

Het was in een van de wardservices dat de man zijn verhaal vertelde. Hij leidde zijn leventje in Benin en ging naar school. Totdat op een dag zijn been begon te zwellen. En te zwellen, en te zwellen. Zijn linkerbeen werd zo dik dat hij niet meer kon werken. En zijn werk had hij nodig om zijn opleiding te kunnen betalen. Zie hier het probleem. De man zocht hulp bij een arts. Deze constateerde dat de man leed aan elefantiasis. Dat houdt kortgezegd in dat je been erg dik wordt (een olifantenpoot) door langbestaand (lymfe-)oedeem. De huid wordt helemaal leerachtig. De arts kon niet echt wat voor de man betekenen, want operaties zouden erg duur zijn. Hij raadde de man aan om zijn heil te gaan zoeken bij een fetish (voodoo) priester. Zo gezegd, zo gedaan. De priester wil voor je bidden en allerlei creepy rituelen uitvoeren, zolang je maar betaalt. Het laatste salaris van de man ging dus op aan deze priester en ondertussen ging het alleen maar slechter. Zijn been was nu zo groot geworden dat een kleermaker een speciale broek voor hem moest maken, met zijn onderbeen 1 meter in omtrek. Hij kon niet meer naar school en niet meer naar zijn werk. Zijn leven was uitzichtsloos.. totdat een groep zendelingen zijn dorp bereikten. Ze vertelden de man over het evangelie en dat ze konden bidden voor zijn been en dat er hoop was. Nu mag je het volgende geloven of niet (I do); maar de zwelling begon af te nemen. Nee, hij was niet genezen en zijn been was nog steeds enorm, maar hij kon in ieder geval weer aan het werk en zijn leven weer wat inhoud geven. Op een dag besloot hij een kijkje te gaan nemen in Cotonou. Hij liep wat rond en kwam toevallig (mijn geloof in het toeval is niet heel groot) bij een groot veld, waar een enorme mensenmassa samen was gekomen. Nieuwsgierig als de man was, ging hij ernaar toe en vroeg waar iedereen op stond te wachten. Ze vertelden hem over Mercyships en over de operaties die zij uitvoerden. De man kreeg hoop. En een verwijskaart. En een operatie. En nog een operatie. En nu stond hij hier, met krukken en een ingezwachteld been. Hij was blijer dan blij en gelukkiger dan gelukkig. Het was zo mooi, het gaf me kippenvel..
Enkele dagen later mocht ik zelf een ochtend operaties bijwonen. Na drie jaar geneeskunde studeren had ik daar nog steeds geen kans voor gekregen, so I was excited! En enigszins nerveus, want de artsen wisten dat ik al drie jaar geneeskunde studeerde, en ik wist dat al mijn kennis van de anatomie ver te zoeken was. Ik kreeg een comfy blauwe outfit aan en mocht eerst kijken bij de ogen. Daar ging het er super efficiënt aan toe. De oogartsen deden ongeveer zes operaties per uur. Dat was mogelijk doordat de verpleegkundigen alle patiënten voorbereidden (als in; ze uitleg geven, eventueel met ze bidden, ze in hun OK-jas hijsen en ze goed op tafel leggen) en er zes tafels tegelijk in gebruik zijn zodat de arts een patiënt kan opereren, schone handschoenen aantrekken en door naar de volgende. Ik zag drie staaroperaties, waarvan één gecompliceerd en een oogtumor operatie. Fascinerend. Voor sommige patiënten erg eng, omdat ze nog nooit in een ziekenhuis waren geweest. Eén vrouw greep ineens naar haar oog, tot grote ontsteltenis van de arts, maar ze kon gelukkig nog net tegengehouden worden, in verband met steriliteit enzo.. Ik was erg dankbaar met mijn goed werkende ogen en ging verder naar een andere OK. Hier was een vrouw met een lipoom (goedaardige vettumor) in haar hals. Deze was 24 cm lang, 11 cm breed en 5 cm dik. Gigantisch dus. En hij liep natuurlijk dwars over slagaders en spiergroepen heen. De arts die haar opereerde is één van de beste max-fac. chirurgen ter wereld en mij werd verzekerd dat ik een bevoorrecht mens was dat ik hem mocht zien opereren. Dat nam ik maar aan. Ook hij had nog nooit zo’n groot lipoom in iemands nek gezien. In iedergeval maakte het veel indruk op me. De geur was even wennen, want er kwam veel dichtbranden aan te pas. Ik heb er twee en een half uur gestaan, maar was er niet vanaf het begin bij. Het was heel gaaf om mee te maken en dit gaat me straks weer wat studiemotivatie opleveren..

zaterdag 26 september 2009

Over een dagje paradijs, een medisch noodgeval en de slappe lach..

Klokslag 08:00 uur stonden Jane (UK), Dorothea (Zwitserland), Kaylee, Kendell (USA), Michelle (Canada), Annemarie (NL) en ik bepakt en bezakt klaar, wachtend op ons weekendje weg. Kneiters, wat hadden we er zin in! Nu is het normaal gesproken zinderend heet in Afrika, maar het uitzicht bood ons vandaag een heuse hoosbui. Zo typisch. Maar hier lieten wij ons natuurlijk niet door van de wijs maken, we gingen immers 2,5 uur naar het Noorden, dus wie weet was het weer daar beter. Toen onze chauffeur erg laat was, maakten we ons geen zorgen, we zijn tenslotte in Afrika en we passen ons aan. Toen hij er om half 9 nog niet was, besloten we hem te bellen. 'I'm on my way! 30 minutes.' We hadden geduld. We waren blij verrasd toen er na twee minuten al een auto aan kwam rijden. 'Tu es Michel?' (de naam van onze driver) 'Oui!' Antwoordde hij ons met een grote, enthousiaste lach. Hij begon onze bagage in de laadbak te hijsen. We constateerden dat de auto slechts één bank had. 'Gaat dat wel passen, met zeven personen?' 'Wat?! Zeven personen? Gaan jullie naar Abome?' 'Uhm nee, Possotome..' Zo kwam het dat onze bagage weer in de stromende regen werd geplant. We waren ondertussen helemaal doorweekt, dus gingen we ons eerst maar weer eens omkleden voordat we 'onze' Michel belden. 'I'm on my way!' 'Ehm.. yeah, you said that 30 minutes ago, are you actually in your car?' 'What?! No ofcourse not! It's raining!' Zo werkt dat dus, regen en autorijden gaan niet samen. Afijn, om half 10 (we waren om half 7 opgestaan, even voor het idee) kwamen er twee taxidrivers naar ons toe. Ze stonden er al een half uur, maar ze hadden door dat onze driver niet op kwam dagen.. 'Hi! I'm Michel!' Eerder had hij zichzelf voorgesteld als Pete. Well, anyway, ze waren bereid ons voor dezelfde prijs naar dezelfde plek te brengen, dus wij waren al lang blij. Eenmaal onderweg snapten we waarom ze misschien liever niet in de regen rijden.. het dak was lek, de deur was lek en er zat een gat in het raam. De beste man stopte een cassetebandje in zijn cassetespeler en een gruwelijke moslim-hiphop (beter kan ik het niet omschrijven) vulde de auto. En hij herhaalde automatisch! Yeah. Eenmaal bij het guesthouse bleek onze reservering niet doorgekomen te zijn. Dorothea belde met de dayworker die zij kent uit de ward en onze trip had georganiseerd. Hij snapte dat er iets bijzonder fout ging, mompelde wat en gooide de hoorn erop. Behulpzaam! Misschien verklaarde dit waarom hij de laatste twee dagen niet was verschenen op zijn werk. Onze toch wel enigszins vriendelijke bestuurders (al werd ik écht heel zenuwachtig van dat cassetebandje) brachten ons naar een ander guesthouse. Dit exemplaar was wat zanderiger, maar zolang wij een bed hadden waren we tevreden. Op het moment van betaling besloten de chauffeurs dat ze toch liever het dubbele van het afgesproken bedrag wilde hebben. Dat ging natuurlijk niet door. Een verhitte Franse discussie volgde. Dorothea hield voet bij stuk en uiteindelijk gingen ze weg. De volgende dag zouden ze ons om 15:00 uur op komen halen. Maar daar hadden we nu ineens een stuk minder vertrouwen in..
Over dat alleen een bed voldoende is, stromend water zou bij nader inzien toch ook best een uitkomst zijn geweest. We besloten er een avontuurlijk in plaats van comforabel weekendje weg van te maken, dus konden we ook wel twee dagen zonder douche.
‘s Middags liepen we naar het strandje en daar begon het paradijsgedeelte van dit verhaal. Wat was het mooi! Palmbomen, zand, idyllische bootjes en een groots meer. We waren allemaal doodmoe van onze werkweken en hebben heerlijk op onze strandstoeltjes gerelaxt. Er poepte een vogel op mijn hoofd. Ik besloot dat ik mijn douche toch ging missen.
Een paar jochies waren aan het vissen en de zon kwam langzaam maar zeker door. Ik kan hier veel over zeggen, maar ik zal de foto’s voor zich laten spreken:

Fijn.

‘s Avonds hebben we bij een hotel (waar ze wel stromend water hadden) wat gegeten. We waren de enige gasten. Een stoere ober bracht ons naar huis, want het was pikkedonker en alleen teruglopen leek ons niet een heel strak plan.
Het was eigenlijk een heel leuk tochtje, zo in het donker. Afrikanen zie je ‘s nachts alleen als ze lachend hun witte tanden showen (werkt goed voor het schrikeffect..), vergeleken met hen zijn wij glow-in-the-dark. We hadden wederom veel bijkijks. We stopten bij een bron, waar warm water uit de grond komt spuiten en de plaatselijke bevolking gezellig met zijn allen doucht. Nouja, mijn haar kon nog wel een dagje wachten.
Kaylee: ‘Oh I love this trip! Everytime I think: What will happen next? It’s so crazy..’.
Om haar vraag te beantwoorden: de stroom viel uit. Maar we konden ook koekjes met pindakaas en M&M’s eten zonder licht. Gezellig!
Vervolgens zakten we door het bed. Nu was de hele situatie zo ontzettend grappig en bizar, dat we de slappe lach kregen. Alleen bleek Kaylee niet te lachen, maar te huilen (en te vloeken), want haar voet zat klem tussen het bed en de vloer. Ze schreeuwde het uit en was er van overtuigd dat hij was gebroken.
Op dit moment vonden wij het ook niet zo grappig meer (beseffende dat er in Benin geen ambulances zijn en we ons 2,5 uur rijden van het schip bevonden en niemand ons daar heen kon brengen). Het ging eigenlijk best snel. Twee meiden raakten in paniek, en werden meteen weer gerustgesteld. Een snelle inventarisatie leverde op: 1 OK-assistent, 1 doktersassistent en 1 geneeskundestudent die nog niet eens met haar co-schappen was begonnen. Nadat we Kaylee’s voet hadden bevrijd, doopten we een handdoek in onze emmer water en probeerden we te koelen, want de voet begon als een razende te zwellen. We hebben gebeden. En 600 mg Ibruprofen in Kaylee’s mond gestopt. Ik was blij dat ik stage had gelopen op de Eerste Hulp en nog wist hoe je een voet moest onderzoeken. Ik dacht niet dat het gebroken was, maar het blijft natuurlijk moeilijk te zeggen. Dorothea legde een strak verband aan. We dachten na over hoe we Kaylee naar het schip konden krijgen, maar aangezien ze daar toch niks meer konden doen dan pijnstilling geven en de nacht afwachten tot de arts er weer was, besloten we dat we bleven. Ondertussen bestierf Kaylee het nog steeds van de pijn. We gingen verhalen vertellen om de aandacht af te leiden. We hebben een filmpje gemaakt. Zo werd het toch nog een ontzettend grappige avond. Aangezien het bed compleet was ingestort, verleepten we Kaylee’s matras naar de vloer. Toen we dachten dat we wel genoeg hadden meegemaakt, brak Annemarie het toilet. Slappe lach alom..
Goed, Annemarie en ik gingen in onze bunker (donker hok met stapelbed) slapen. Ik had een muskietennet, Annemarie sprayde genoeg anti-mug om alle levende wezens in de hele kamer de adem te benemen, zo ook die van mij. Het was ontzettend heet. We konden niet slapen. Dat iemand in de kamer naast ons de fluit bespeelde, hielp niet. We kregen de slappe lach. Om 04:00 uur werd ik wakker van een haan die niet alleen even zijn keel schraapte, maar een vol half uur zijn repertoire ten gehore bracht. Ik vroeg me ineens af of er ook spinnen waren in Benin. En of die ook giftig zijn. Of dodelijk zelfs misschien. En of die ook onder mijn muskietennet door zouden kunnen kruipen om mij te vermoorden. Het was een onrustige nacht.
De volgende ochtend was Kaylee’s voet nog steeds overtuigend blauw. De guesthouse-eigenaar bood opvallend vaak zijn excuses aan voor het instorten van het bed. Hij wilde Kaylee’s voet eens fijn gaan masseren, wat haar een minder goed idee leek. We ontbeten buiten met onze pindakaas en cornflakes en de mannen van het hotel waren enorm enhtousiast over deze vreemde ontbijtgewoontes. Dus aten ze vrolijk mee. Kaylee werd achterop een motor gezet en wij liepen weer naar het strand. Hier kregen we in een bootje visles. Leuk! Op het meer was een grote cirkel gemaakt met takken, dit was een voodoo-offercirkel. Dat vond ik minder leuk. De man legde uit dat hier één keer per maand offers werden gebracht om de goden gunstig te stellen. Buiten deze ene dag was het ten strengste verboden om binnen de cirkel te vissen. Deed je dat wel, dan kon je betrapt, jawel, gesnapt, worden. Wat dat inhield, wist ik niet. Het klonk niet goed.
Helaas vingen we slechts twee mini-visjes, maar het was erg lekker om op het water te zijn en eens goed te verbranden.
Wonder boven wonder kwam onze taxi-chauffeur opdagen. Hij had een mooie manier gevonden om ons terug te pakken. Hij had nu namelijk maar één auto laten komen in plaats van twee. Dorothea ging in de achterbak. Drie mensen gingen voorin. Kaylee’s voet kreeg gedurende 2,5 uur geen bloed meer. Vier mensen zaten op de achterbank.
De man stopte het welbekende cassetebandje in zijn cassetespeler. Hij werd automatisch herhaald. Ik heb het liedje tot nu toe nog niet uit mijn hoofd kunnen krijgen.

vrijdag 18 september 2009

Over een dagje in de diningroom..

Ik heb wel eens gedacht, waarom studeer ik eigenlijk? Iets als borden afwassen ofzo, dat lijkt me eigenlijk een prima baan! Met alle respect voor mensen die borden wassen, het blijkt mijn roeping niet te zijn.. Toch vermaak ik me ontzettend in de diningroom van dit schip. Om een iets beter beeld te geven van wat ik nu bijna 40 uur per week doe, hier een dagje (afgezaagd, sorry, ik weet het) uit het leven van de diningroom staff.
05:30 uur. Ik gebruik mijn mobiel als wekker. Iedere ochtend word ik verschrikt en vol verwarring wakker: WIE waagt het mij midden in de nacht te sms’en! Oh. Werk. Goed, ik hijs mezelf in mijn spijkerbroek, mercyships t-shirt en schoenen en prober verwoed wakker te worden. Ik ben een ochtendmens, maar ook ik ken mijn grenzen. Ondertussen probeer ik alles in het donker te doen, want als ik de lamp aandoe, wordt Sonja wakker, en dat vindt zij niet fijn. Nee, niet fijn. Priska zit ook in mijn team, dus haar kom ik elke ochtend tegen. ‘Goodmorning..’ En we werpen elkaar wat wanhopige: ik-trek-dit-niet-maar-denk-dat-ik-het-aankan-blikken toe. Dat verbroedert en dat helpt. Om 05:59 zet ik mijn prachtige pet op mijn hoofd, want ja, haren in hun eten vinden mensen ook niet fijn. Vervolgens loop ik de deur uit, de hoek om, de trap op, en tadaa daar is de diningroom!
Hier ontmoet ik de rest van mijn uitgeslapen team! Misschien leuk om wat meer over hen te vertellen. Onze teamleader is Miriam uit Duitsland. Ze blijkt heel dichtbij Groningen te wonen, toch spreken we elkaars taal niet.. Anyways, ze is 30 en volgens mij is ze een ontzettend geslaagde zakenvrouw. Nu werkt ze vier maanden op het schip en dat doet ze met veel enthousiasme! Priska is 27, komt uit Zwitserland en werkt bij een accountancy kantoor. Haar moeder komt uit Ghana en daarom is ze heel populair op het schip bij de Ghanese dayvolunteers; ‘Sister, sister, have lunch with me! E-mail me! Phone me! Love me! (Nee, dat laatste zeiden ze niet, maar dachten ze wel..). Tot op heden houdt ze ze op een veilige afstand. Al maakt facebook het er niet makkelijker op. Jessica is 18, net klaar met Highschool en komt dus uit The States. Op haar tweede dag hier werd ze door een oogarts uitgescholden voor stupid American en dat was niet leuk (oke, daar zat wel een verhaal achter). Maargoed, zelf heeft ze ook niet al teveel op met haar vaderland, en graag wil ze op een dag in een koud, donker land gaan wonen. Misschien is Nederland een idee. Jessica houdt van kunst en muziek en heel erg vreemd doen, dus dat brengt leven in de brouwerij! Francis komt uit Canada, naar haar leeftijd durven we niet te vragen, maar ze heeft achttien kleinkinderen. Haar gezondheid laat haar wat in de steek en als ze een stapel borden draagt ben ik wel eens bang dat ze doormidden breekt. Ze bibbert en heeft een kapotte knieschijf. Maar ze is heel lief. Ze is hier samen met haar man, hij is apotheker. Het is niet hun eerste keer op het schip en ze hebben de halve wereld al over gereisd. Dan zijn er de dayworkers. Loveth (mooie naam!) is 23 en komt uit Nigeria. Ze vertelt ons spannende verhalen over de stad Warrie, waar mensen elkaar met honkbalknuppels te lijf gaan en waar nog geen blanke ooit levend van is teruggekeerd. Jessica zal graag een weekendje hier gaan kijken, maar ik vind Loveth’s verhalen wel spannend genoeg. Ze studeert iets met economie en gaat daar volgende maand mee verder. Bona is de Afrikaanse versie van mijn opa Kamphuis. Hij is een trouwe, harde werker uit Benin. Zijn Engels is niet zo denderend, dus onze gesprekken herhalen zich elke dag: ‘Bonaaaaa!’ ‘Dinaaaaaa!’ ‘Comment ca va?’ ‘Ca va bieeeen!!!’ En dan moet hij heel hard lachen en ik ook. Antoine is ook een dayworker uit Benin. Hij kan ook hard werken, maar kan ook vooral veel tijd besteden aan het smeren van allerlei broodjes die vervolgens in kleine zakjes en daarna weer in grotere zakken verdwijnen. Ik vermoed dat hij zijn gezin ervan onderhoudt. Hoeveel kinderen hij heeft, weten we niet, maar hij gebaart ons dat het er karren vol zijn. Interessant.
Dat is dus ons team! En we gaan het ontbijt maken. Dat houdt in, zorgen dat er genoeg borden en bestek zijn, zeven soorten cornflakes uitstallen, brood in de snijmachine gooien, drinkingmachines met jus d’orange en meer vullen, koffie zetten, jam en pindakaas in bakken doen, dat soort dingen.. Ook moeten we paketten eten maken voor het ziekenhuis (30 broden, 10 liter melk, 4 pakken boter, grote hoeveelheden..) en de teams die het land ingaan. Klokslag half 7 wordt het ontbijt geopend. Dan beginnen er drie mensen met de afwas (want, ja, er komen meer dan 400 mensen eten) en zorgt de rest ervoor dat alles aangevuld en schoon blijft. Om klokslag half 8 sluiten we de line en kunnen we de tafels schoonmaken, de vloer vegen en soppen, de keuken schoonmaken. En tussendoor ontbijten we zelf ook.
Elke ochtend zijn er devotions. Dat varieert van swingen met de Afrikaanse dayworkers, tot programs-reporting time (wat er gaande is binnen Mercyships) tot een bijbelstudie. In ieder geval, een goed moment van je dag om even stil te staan bij the bigger picture.. Daarna maken we de rest van de afwas af en begint om 09:15 onze pauze! Tijd voor een dutje, een kopje koffie, een cursus Frans of een muziekje..
Om 11:00 herhaalt het hele ritueel zich voor de lunch (tot 14:00) en om 16:00 voor het avondeten. Meestal zijn we rond 19:30 wel klaar.
Dit klinkt misschien niet heel spannend, maar het is eigenlijk een erg sociale job. De hele bemanning komt natuurlijk langs om te eten en met iedereen kun je even een praatje maken. Dat is leuk! Het grote (echt grote) voordeel van werken in de diningroom, vergeleken met de andere niet-medische departments, is ons rooster. Ik werk de ene week vijf en de andere week slechts twee (!) dagen! Dus dat geeft me de mogelijkheid om doordeweeks met allerlei projecten mee te gaan. En daar kom ik tenslotte voor...

dinsdag 15 september 2009

Over mooie kinders, genante momenten en gevaarlijke situaties..


Remember Ibrahim? Zondagmiddag was ik samen met Jessica weer even in het hospitalitycentre en mocht Ibrahim daar weer ontmoeten, nu na zijn tweede operatie. Wat zag hij er goed uit! Vergeleken met de vorige keer dan.. Vol trots vertelde hij mij (en ik was blij dat ik mijn zelfstudieboek Frans nog even had opengeslagen) dat hij nog maar drie dagen hoefde te blijven, dat hij dan nog één keertje voor controle naar het schip moest komen en dat hij dan (hij maakte een groot 'zoef' gebaar met zijn arm) naar huis mocht. Ik was blij voor hem! Opnieuw was de middag met ballonnen, de Afrikaanse versie van Jan Huigen in de ton en wat liedjes zingen een groot succes.. I love this place. Wat zijn ze mooi he?
Het Engels praten gaat ondertussen automatisch, dat is fijn. Alleen zorgt dat ervoor dat ik soms kleine Nederlandse woorden tussen mn zinnen doorgooi. Dat leverde gisteren een ietwat genante situatie op, helaas. Ik was hard aan het werk in de diningroom, en Jessica stelde mij een vraag. Ik wou iets zeggen in de trant van; dat kan niet hoor. Maar in de haast maakte ik dus een combinatie; You cannot do that hoor. Aangezien ik in het Nederlands een klein splaakgeblek heb, keek ze mij geschokt aan en besefte ik mij dat ik haar zojuist ontzettend grof had uitgescholden.. ai. Maar waarschijnlijk dacht ze; nee ik heb het vast verkeerd verstaan.. zulke dingen zou Dinante nooit zeggen! Hoop ik. Afijn, ik zal beter opletten..
Maandag was er een probleem met de tonijn. Het stond waarschijnlijk al dagen en dagen in de koelkast en dat was men vergeten. Ik had net voor het eerst op het schip tonijn gegeten en dacht dat ik het gewoon niet lekker vond. Tien minuten na de start van de lunch kwam Mary-Lou in paniek naar ons toe, er was iets fout met de tonijn. Best wel ernstig fout. Als vis verrot, wordt er een enzym vrijgemaakt, wat nogal giftig is. Een paar mensen kregen een ontzettend rood, opgezwollen hoofd en een hartslag van 200/minuut (niet goed). Ze werden aan de hartbewaking gelegd en kregen een iv (infuus) zodat ze de troep snel weer kwijt zouden raken. Ik wist nog iets te goed wat het was om ziek te zijn en weigerde opnieuw in mijn bed te gaan liggen. Wonderbaarlijkerwijs voelde ik me prima, ik was blij!
Morgenochtend ga ik van 6-7 zwemmen (bizar, ik weet het, maar ik moet echt eens in beweging komen) en daarna naar een katholiek weeshuis. Twee dagen vrij!
Het Internet is op het moment ontzettend sloom, daarom laten de foto's nog even op zich wachten.. volgt!

zondag 13 september 2009

Over een bijzondere verjaardag..

'Om 7 uur moet je aangekleed zijn!' Dit leek mij voor een vrije zaterdag, mijn verjaardag nog wel, een beetje veel van het goede, dus maakten we er kwart voor acht van. Mijn cabin was door Annemarie en Kaylee feestelijk versierd met slingers en onze immer vrolijke olifantballonnen. Irina, mijn Russische cabinmate, blindoekte me en bracht me, nadat ik heel hard mijn hoofd had gestoten, dankjewel, naar deck 7. Hier wachtten Jessica, Dorothea, Michelle, Miriam, Priska en Lea op mij met een prachtig gedekte tafel, versgebakken broodjes en muffins. Lekker buiten ontbijten! Zo lief, feest!!
Alle Amerikanen enthousiast: twenty-one!! You can drink!! En de Europeanen: Oh, we stop drinking at twenty-one.. Hospitality had koekjes voor me gebakken, wat meiden had een taart gemaakt, er was post uit Nederland en lieve berichtjes op mn deur.. (bedankt voor jullie mails en smsjes!!) dus jarig voelde ik me zeker! :)
Voor de ochtend had ik wel een ietwat bijzondere activiteit gekozen; de gevangenis! De meesten van mijn vrienden gingen, dus ik kon niet achterblijven, vandaar. Ik had geen flauw idee wat ik kon verwachten, dus ik was enigszins overdonderd toen de gevangenis een soort van groot, ommuurd dorp bleek te zijn. Hier leven 2000 mensen, verdeeld in een vrouwen (met kinderen), mannen en jongeren afdeling. Grote pleinen, zand, huisjes, winkeltjes en zelfs een kerk waren aanwezig. En dan de stank.. niet te fijn. Het rechtssysteem schijnt in Benin nog redelijk prima en eerlijk te zijn. Vorig jaar, toen Mercyships in Sierra Leona was, lag het rechtssysteem volledig over de kop. Als je je broer niet zo aardig vond, kon je hem beschuldigen van moord en dan werd hij zonder proces en zonder pardon achter de tralies gezet, wachtend op zijn proces, die nooit zou komen. Treurig. Goed, enigszins geintimideerd door de bewaking en de blikken van de mensen kwam ik aan bij de jongerenafdeling. Of, jongensafdeling, meiden begaan blijkbaar geen misdaden. We waren met zes mensen uit de diningroom, onze teamleider en twee vertalers. Het doel van ons bezoek was om met deze tieners in contact en gesprek te komen, en ze hoop te bieden. Ik had verwacht dat ze ons liever kwijt dan rijk zouden zijn, maar dat viel alles mee. We zongen wat met ze, jembee erbij, voetbalden wat en de vertaler hield een soort van korte preek (denk ik, het was in de plaatselijke taal, Fong). Toen mochten ze vragen aan ons stellen. Weer ging ik uit van het slechte van de mens en verwachtte ik vragen over drugsdeals en huwelijksaanzoeken, maar ze vroegen of we alsjeblieft voor ze wilden bidden. Oh. Dus deden we dat, heel bijzonder.. De teams van Prison Fellowship International gaan regelmatig naar deze plek. Ze leren de gevangenen een vak, zoals kleding maken, eten bakken, brommers repareren.. iets tegen de verveling en iets wat er hopelijk voor zorgt dat ze als ze vrij komen op een eerlijke manier aan hun geld kunnen komen. I was impressed!
's Middags konden we het schip niet af, want we gingen 100 meter varen (jawel!), zodat onze havenplek schoongemaakt kon worden. Dus speelde ik met drie Amerikanen en Annemarie de Kolonisten van Catan. Wat de beste man er niet bij had verteld was dat hij drie (3) uitbreidingspaketten had, waarvan één zelfontworpen. Ik weet niet of je ooit het filmpje van Jiskefet over stiften hebt gezien, maar dat was hoe ik me voelde..
Met Lea, Jessica, Dorothea, Miriam en Annemarie gingen we uit eten bij de Thai. Jessica voelde zich enigszins in de war toen ze besefte dat ze in Afrika in een Frans sprekend restaurant Thais at met een stel Engelssprekende Duitsers om de verjaardag van een Nederlands meisje te vieren.. maar gezellig was het!
Ik moet toegeven dat ik het echt had getroffen, want 's avonds was er een groots feest georganiseerd in the 80's style. De Leger des Heils markten waar ik eerder over vertelden kwamen hierbij weer goed van pas! Het was super.. in het donker, boven op het dak van een enorm schip dance till you drop met een groep mensen uit 40 verschillende landen, wind door je haren en de zee om je heen, I loved it!

maandag 7 september 2009

Over ongewenste huwelijksaanzoeken..

Jessica was zo chaotisch tijdens het inpakken van haar tas dat ze vergeten is de stapel met broeken/rokken in te pakken.. dus loopt ze al dagen in een skinnyjeans, niet heel comfy in dit tropische klimaat. Het enige rokje dat ze had komt tot net boven de knie. De mannen schijnen hier wild te worden van knieën, dus deze was niet geschikt. Dus, gingen Miriam, Priska, Jessica en ik samen met Loveth, een dayworker uit Nigeria, op kledingjacht. Ik ben blij dat ik nog leef.
Zoals ik al ergens eerder had geschreven, beweegt iedereen zich hier voort per zemmyjoan, een brommerachtig iets. Voor het idee; Cotonou heeft 800.000 inwoners en er wordt geschat dat er 80.000 zemmyjoans rondrijden. Dat is veel!! Als je ook maar 1 seconde de indruk wekt dat je van plan bent stil te gaan staan, stopt er een man (vrouwelijke bestuurders heb ik nog niet gespot) in een gele polo om je voor 20 centen (eerst even afdingen) naar de andere kant van de stad te brengen. Door Mercyships wordt ons ten zeerste afgeraden om van deze taxidiensten gebruik te maken. Dit omdat 1. je geen helm draagt 2. je waarschijnlijk verder ook zomers gekleed bent 3. je met 60-70 km/uur door de stad scheurt 4. er geen verkeersregels lijken te zijn waardoor je 5. met je knieën op 5 cm na elk verkeersobject schampt en 6. er per dag alleen al in Cotonou zes zeer ernstige verkeersongelukken met deze dingen gebeuren. En daar zien we dan in ons hospital weer het resultaat van. Als je geluk hebt, want niet iedereen overleeft dit. Nummer 1 van doodsoorzaken onder toeristen in Benin is dan ook geen enge tropische ziekte, maar het verkeer. Al deze informatie liet ik nog eens even door mn hoofd gaan toen ik, sorry mam, toch achterop sprong. Tja, die groepsdruk ;) .
Maar prachtigmooi was het wel! Ik kijk echt mn ogen uit hier. Miriam vond het zo eng dat ze haar bestuurder stevig omarmde. Waar vervolgens alle mannen weer heel hard om moesten lachen en wat een glunderende bestuurder opleverde.
Ook was ik me ernstig bewust van het feit dat ik geen mobiel bij me had, niet wist waar ik precies was, geen Frans sprak en de beste man elk moment kon besluiten om een willekeurige bocht in te slaan zodat niemand ooit meer iets van mij zou vernemen.
Afijn, levend en wel werden wij gedropt op de plaatselijke (nouja, het was toch een aardig stukje rijden) markt. Geen jovo's (witkoppies) hier. Wel heel veel andere mensen. Als je je ooit hebt afgevraagd wat er gebeurt met de kleding die je netjes in vuilniszakken in de Leger des Heilsbak gooit; ze worden verkocht op een enge markt in Cotonou. De markt zelf was niet eng, maar de mensen wel. Het was ontzettend, super, heel erg, druk. Ik deed mijn uiterste best om de andere meiden in het oog te houden. Mijn Frans is niet zo best, maar de woorden die ik naar mijn hoofd geslingerd kreeg begreep ik helaas nog net wel. Het was echt niet normaal, mannen die met twee handen mn pols vasthielden, constateerden dat de bijbehorende hand ringloos was en vroegen: Do you want to marry me? Ik: No! Hij: But I want to marry you. Ik: Helaas pindakaas. En: LET ME GO!! Ik bedoel, opmerkingen kan ik prima negeren maar als mensen aan me gaan zitten word ik panisch. Ik koop binnenkort denk ik maar een ring, voor de illusie..
We zijn nog naar twee andere plekken geweest, steeds per zemmyjoan. Iemand kwam op het briljante idee om met zn drieën op één brommer te gaan zitten. Heel comfortabel was het niet, ik bedoel, ze zijn er niet op ontworpen.. maar het rape + kill scenario was hiermee in ieder geval uitgesloten ;) .
Het was een avontuurlijk middagje! Vanmorgen heb ik de verschillende projecten van Mercyships bezocht. Dit was ook erg indrukwekkend, maar daar zal ik morgen even over typen. Nu ga ik mijn cabinmate Lauren uitzwaaien, ze gaat weer terug naar de States..

zondag 6 september 2009

Over dode en levende kippen..



Op mijn vrije middagje besloten Miriam en ik een stuk door de stad te gaan sjouwen. We sloegen een willekeurig weggetje in en waren ineens onderdeel van een gezellig gebeuren. Wat een drukte, wat een levendigheid! Op de plaatselijke markt werd vanalles verkocht. Groenten, noten, konijnen, kippen, dood of levend, wat je wilt.. Alleen, de stank! Ik was weer goed hersteld van mn ziek-zijn, maar even dacht ik dat ik dit niet zou trekken. Vlees lag gewoon lekker in de zon te bakken, en nonchalant probeerde de slager nog wat vliegen weg te jagen, maar hij had de hoop duidelijk al opgegeven dat ze hem ooit nog zouden gehoorzamen. Er bleef een stuk vlees-bloed-slijm-combinatie aan mijn birkenstock plakken. Een vrouw hield een spartelend konijn voor me en beloofde me een goede prijs. Een meisje stootte me in de haast aan en raakte mijn hoofd daarbij met iets wat een dode kip (zn kop hing er nog aan) bleek te zijn. Aah! Mijn douche achteraf was fijn :) .
Iedereen is hier fan van Fanmilk. Deze soort van ijsjes (kruising tussen softijs en waterijsschraapsel) worden verkocht door enthousiaste Fanmilkverkopers die de hele stad rondfietsen en luid toeteren. Ik mocht er ook eindelijk eentje scoren (15 cent) en hij smaakte fijn!
Vanavond draai ik mijn laatste shift en dan hoef ik de komende week maar twee dagen te werken. Morgen ga ik de dental en de eyeclinic bezoeken, ben benieuwd! Het is fijn dat alles nu langzamerhand wat vertrouwder wordt, dat ik de stad in kan zonder te verdwalen, dat ik weet welke projecten er zijn, dat ik een groep bekende vertrouwde mensen om me heen heb en dat niet alles nog overweldigend nieuw is. Genieten!

woensdag 2 september 2009

Over zelf ziek zijn..

Zaterdag voelde als een dagje vakantie. We vertrokken al vroeg met drie jeeps naar 'Bab's dock'. Vanaf hier gingen we met een bootje een prachtig tochtje maken naar een meer. Hier konden we de hele dag kanoën, relaxen, zwemmen, volleyballen, genieten. Dat was fijn! Al hebben we wel wat tropische regenbuien meegemaakt. Bruin worden in Afrika is een illusie..-
Het was de nacht van maandag op dinsdag dat ik wakker werd en dacht: dit is niet goed. Ik kon de wc niet meer halen, maar mocht mijn aardappel-pork-dorperwtjes ovenschotel in de gootsteen eruit gooien. De rest van dit verhaal zal ik jullie besparen, maar ik ben behoorlijk ziek geweest, kon echt niets meer eten of drinken, zelfs geen water. Ja dat was een leuk welkom voor mijn nieuwe roommates, om tijdens je eerste nacht elk half uur wakker te worden van een 'puking cabinmate'..
Gisteren dus maar niet gewerkt. Vandaag zou ik naar een weeshuis, maar moest dat dus ook helaas aflassen. Saai... Voel me nu een stuk beter. Ik zie uit naar morgen, dan durf ik het land wel weer in!
Ik heb wat foto's geplaatst van mijn cabin, aangezien ik de laatste dagen niet meer gezien heb dan dat helaas.. en van het boottochtje, die zijn wat leuker ;)

vrijdag 28 augustus 2009

Over ziekte en hoop...

Ik ben niet snel geshockeerd. Niet als het om medische dingen gaat. Ik heb vaak genoeg naar discovery gekeken om te weten dat het lichaam vreemd in de fout kan gaan. Toch moest ik even tegen mn tranen vechten toen ik Ibrahim zag.. Ik kon niet uitvinden waar zijn neus stopte en zijn mond begon. Zijn gezicht was als een schilderij, waar iemand met zijn handen een grote veeg in heeft gemaakt, zodat alle kleuren en vormen door elkaar gaan lopen. En dit was niet voor, maar na de operatie.. Toch was hij een van de vrolijkste jochies die ik ooit heb ontmoet.
Vandaag was ik in het hospitality centre, de plaats waar mensen verblijven voordat ze opgenomen worden. Of waar ze verblijven tussen twee operaties, zoals Ibrahim. Zijn thuis was te ver weg namelijk. Miriam en ik hebben gelummeld, bellen geblazen, rondjes gerend, uit een Franse kinderbijbel gelezen, een heuse Beninse soapserie gekeken (humor van het niveau: man gaat naar wc en krijgt het slot er niet meer vanaf.. right), en met nog meer mensen gepraat. Gelukkig kan Miriam wél Frans.
Ik sprak (Engels gelukkig) met een man uit Nigeria (aardappel grote tumor onder zijn oor) die zich boos maakte over zijn regering. Er is een kleine Moslim-minderheid aan de macht, die het christendom niet toestaat. Vandaar dat Mercyships ook werd geweigerd. En de christenen daar worden vervolgd. Heftig.
Wat me opviel, was dat er geen sprankeltje wanhoop, geen verdriet was te bespeuren in het gebouw. Het was een plek van hoop! Een kans om te leven..
Het was goed om hier te zijn vandaag.. en deze mensen kom ik straks op de boot weer tegen. Ik hoop dat ik snel terug kan keren naar deze mooie plek!
Eindelijk foto's op flckr!

dinsdag 25 augustus 2009

Over vrije dagen..

Eindelijk, eindelijk, waren mijn twee vrije dagen aangebroken! Tijd om de boot af, Afrika in te gaan! Dat stond eigenlijk pas voor maandag op de planning, maar zondagochtend kreeg ik al een mooie verrassing. We waren al op tijd klaar met de afwas, en er was een wardservice gaande (een kerkdienst op de ziekenzaal). We hoeven alleen maar de muziek te volgen om er te komen. Wauw! Vergeet de duffe mensen met de slaap nog in de ogen, hier ging het los! De patiënten die niet aan een infuus gebonden lagen waren hun bed uit gekropen en stonden zo goed en zo kwaad als het ging te zingen, dansen, klappen en trommelen.. ik kreeg er echt kippenvel van, zo mooi, zo oprecht! In een hoek zat een man te gorgelen en te kwijlen in een bakje. Af en toe moest ik mijn stoel aan de kant schuiven omdat er een patiënt in een bed langs moest. Ik kon geen klap van het hele gebeuren verstaan, maar het raakte me.. Een man sprak een hoopvolle boodschap uit Joh. 14. Na driekwartier stond ik alweer in de keuken, maar it had made my day.. !
Maandag was dan mijn eerste echte vrije dag, ik kon slapen tot maarliefst 7 uur, wahoe! Chelsea, Rebekka en ik hadden ons klaargemaakt voor een dag tuinieren met Jean-Claude, een man uit Congo die nu al een jaar of 9 met zijn vrouw bij Mercyships werkt. In het plaatsje Hevie werkt hij met vrijwilligers aan zijn project. Ik had geen flauw idee wat me te wachten stond, maar deze dag was super! So, na een fantastische rit met enkele bijna-doodervaringen (een aftanse jeep zonder gordels, een onverharde weg, kuilen van een halve meter diep, Zimmy Johns (de brommers) waar complete gezinnen op vervoerd worden, geen verkeersregels, geen stoplichten, chaos) kwamen we een uur later aan bij het centrum dat Mercyships heeft gebouwd. Hier worden op het moment tien mannen opgeleid die straks het centrum moeten gaan leiden. Het idee is dat hier studenten voor enkele maanden komen wonen en getraind worden in landbouw. Ze wonen dan op het centrum en werken op het land (ik heb geen verstand van hectares enzo, maar het leek me nogal groot). Dus zo houdt het project zichzelf draaiende ook als de boot weer vertrokken is. 's Ochtends begonnen we met een soort van bijbelstudie en toen gingen we hard an 't werk! Wat betekende, ik ging onkruid wieden. Het was een prachtige omgeving, de zon brandde in mijn nek, we werkten in van die lange rijen.. ik voelde me alsof ik zo'n negro-spiritual moest gaan zingen, maar helaas kende ik er geen.. De principes die voor het landbouwen worden gebruikt zijn nogal anders dan in Nederland. Zo worden er geen pesticiden gebruikt (te gevaarlijk met grond/drinkwater enzo), geen kunstmest, geen tractoren. Ze gebruiken planten als knoflook om de insecten weg te jagen en ze planten bonen naast de mais omdat dat een soort van symbiose zou vormen. Voor de rest moet ik toegeven dat ik het niet helemaal snapte ;) . 's Middags kreeg ik een Afrikaanse lunch (geplette maispudding, een halve vis met alles erop en eraan, een spinazie achtige drab en sambal), ja het smaakte net zo heerlijk als het klinkt! Jummie. Gelukkig kon ik een blij gezicht trekken en mijn bord bijna leeg eten. Toen begon de les. Ik dacht dat het een korte uitleg zou zijn, maar wat volgde was een twee uur durende Franse lezing over fotosynthese, kruisbestuiving, ongedierte en weet ik het wat. Ik trok het echt niet meer (en een leerling met mij, hij viel in slaap, van zijn stoel, ha!) en ben een vrouw iets verderop gaan helpen met de mais van de kolven halen. Het was een interessante dag geweest, en het was goed om even van het schip weg te zijn.
Ik kwam helaas wel een uur te laat voor mijn nieuwe crew-meeting, dus volgende week moet ik weer terug komen (ja, ze zijn streng..) .
Vandaag had ik niks gepland, ik moest helaas toch om 07:45 alweer bij de community meeting zijn, waar ik, samen met ong. 30 anderen, als nieuweling werd voorgesteld. Daarna ben ik mijn bed weer ingekropen, ik was zo afgepeigerd van de laatste week..
Ik heb met Bonny-Jean en Chelsea eerst even lekker in de zon gezeten en toen zijn we naar een markt gelopen in de stad. Ik keek mijn ogen uit! En de marktmensen ook, want oranje haar zien ze niet elke dag.. Ik heb een mooie lap stof gekocht waar een vrouw voor mij een rok van gaat maken.
Over mijn misschien-overplaatsing, dat zit er voorlopig helaas nog niet in.. wel is mij een andere mogelijkheid geboden voor een baantje van 1 dag in de week. Dat is meer iets administratiefs, maar wel in de ward, wat me dus de mogelijkheid zou geven om met de patiënten en artsen in contact te komen. Dat zou ik dan bovenop mijn diningroom job doen. Ik ga kijken of ik volgende week eens kan zien wat die baan precies inhoudt, het klonk wel goed! Daarnaast heb ik zojuist mijn eerste patiënt geadopteerd, een meisje van 18 die gisteren is geopereerd. Dus haar ga ik morgen maar eens opzoeken. Ook mag ik een dag meelopen met het eyeteam en the dentalteam, dus voorlopig hoef ik mij zeker niet te vervelen!
Het is hier helaas niet allemaal vreugde en vrolijkheid, er is gisteren een baby is op de IC overleden. Ook was er een baby die gisteren geopereerd zou worden aan een hazenlip, maar bij aankomst al overleden bleek te zijn, omdat de familie de baby geen eten meer wou geven omdat ze dachten dat het vervloekt was. Heartbreaking. Maar we moeten ons focussen op de levens die hier wel ingrijpend veranderd, genezen en nieuw worden..
Ik ga maar weer eens lekker vroeg mijn bed in, de komende twee dagen sta ik weer in de diningroom!

zaterdag 22 augustus 2009

Over je draai beginnen te vinden..

Na een wel erg chaotisch begin van mijn reis beginnen de dingen nu iets normaler te worden. Langzamerhand begin ik de weg op de boot en de manier van leven hier beter te kennen. Voor ik wegging was ik op de introduction course al gewaarschuwd dat de 'amerikaanse boot' cultuurshock nog wel eens heftiger kon zijn dan de Afrikaanse. Tot nu toe klopt dat wel.. ik ben drie jaar geleden in Namibië geweest, dus ja, Afrika kwam me nog wel enigszins bekend voor :) . I love it. Het is goed dat ik eerst deze week had/heb om aan shiplife gewend te raken, dan kan ik volgende week met iets meer rust het land in.
Wat zal ik eens vertellen.. ik wil jullie niet vermoeien met allerlei details van wat ik doe hier, maar ik zal gewoon eens wat dingen droppen om een indruk te geven..
Okee. De afgelopen twee dagen ben ik voor dag en dauw opgestaan om het ontbijt klaar te zetten. Vanmorgen mocht ik tot half 7 uitslapen (for some reason is dat in het Engels sleep in ipv sleep out, hm), ja dat was fijn! Normaal gesproken zijn er drie dayworkers uit het land die ons komen helpen. Zij werken de hele dag voor 3 dollar en maaltijden. Voor hun een prima deal, voor ons veel geld want wij moeten zelf betalen voor ons werk ipv betaald te worden. Echt heel leuk om met hen samen te werken. Maar in het weekend zijn ze er niet, dus deze ochtend was echt hectisch.. Ik ben van 7 tot 11 bezig geweest met cornflakes aanvullen, tafels schrobben en brood door de machine gooien. En heel veel social talks maken. That's what we're here for.. het idee achter de diningroom is namelijk dat de artsen en verpleegkundigen hier even superrelaxt (en natuurlijk lekker) kunnen eten om zich vervolgens weer op hun werk te kunnen storten. Er hangt een tekst (Galaten6:9-10; So let us not become tired of doing good; for if we do not give up, the time will come when we will reap the harvest. So then, as often as we have the chance, we should do good to everyone, and especially to those who belong to our family in the faith.) boven de muur om ons daar aan te herinneren ;) .
Er zijn een paar redenen waarom deze tijd me doet denken aan de start bij mijn studentenvereniging..:
- Ik heb (werkelijkwaar) een lijst gekregen waarop ik handtekeningen moet verzamelen.. ik moet langs de postoffice, de bank, human resources, de bloedbank, etc etc...
- De slaapplekken hebben een doordraaisysteem. Als er een kamergenootje vertrekt krijgt degene die er het langste is dat bed. Nu had ik toen ik aankwam echt een heel beroerd plekje, waar ik niet eens rechtop kon zitten.. sinds gister ben ik gepromoveerd naar het onderste bed van het stapelbed, yeah.
- Het leren kennen van zo ontzettend veel nieuwe mensen... het socializen.. :)
Er is een meisje dat in de galley (de scheepskeuken) werkte, maar 'back home' doktersassistent is. Zodra human resourses (soort van personeelszaken) daar achter kwam hebben ze haar overgeplaatst naar de hospital, omdat ze daar te weinig mensen hadden. Dus van Mary-Lou mocht ik aan niemand laten weten dat ik geneeskunde studeerde, want dan zouden ze me wegplukken uit de diningroom ;) . Toen vroeg iemand: but does she speak French? (die mensen zijn erg gewild). Uhm, well, no.... Mary-Lou: Oh praise God she doesn't speak French!! We'll just tell them she's a truckdriver back home, that will work. Ha.
Maar vanmiddag zat ik met Chelsea op het deck/dak en kwam ze naar me toe. Misschien mag ik toch naar het ziekenhuis... dus ik ga straks even mailen en als er een plek over is ga ik weg uit de diningroom.. dat lijkt me echt super super gaaf, maar ik verheug me er maar niet te veel op voor het geval dat het niet doorgaat.
Het grote voordeel van het werken van lange dagen is dat je ook veel dagen vrij hebt. Dat maakt het mogelijk om met projecten mee te gaan in het land. Er zijn projecten met weeshuizen, psychiatrische ziekenhuizen, agriculture (landbouw), evangelisatie en dingen in het ziekenhuis. Maandag ga ik de hele dag met Chelsea (uit de VS) en een man uit Ghana tuinieren met studenten van het agriculture project. Geen idee wat dat inhoudt, maar het leek me een mooi iets om mee te beginnen.
Ik laat jullie weten hoe het was! :)

donderdag 20 augustus 2009

Arrived..

So, here I am!! Poeh.. ik weet echt niet waar ik moet beginnen. Het voelt alsof ik al twee weken van huis ben, de afgelopen 36 uur waren de bizarste die ik ooit heb meegemaakt. Voor de korte versie: Ik ben in Benin, het gaat goed, slaap in een cabin met 10 meiden, het is super gezellig en er zijn geen Nederlanders (op mijn afdeling).
Voor de lange versie..
Wauw. Dinsdagochtend zijn mijn ouders, broertjes en ik vroeg in de ochtend vertrokken naar Parijs. Ik was zo blij dat ik geen afscheid meer hoefde te nemen (tenminste, dat dacht ik, Arianne en Vianne hadden zich in de kofferbak verstopt, wha). We hebben een spoedbezoek aan de stad gebracht, maar hebben nog best veel kunnen zien! Even dat vakantiegevoel. De volgende dag was het dan eindelijk zover, het vliegtuig! Heel apart, in het restaurant bij de terminal waren we de enige blanken. Het besef dat ik binnen enkele uren écht in Afrika zou zijn begon langzaam tot me door te dringen.. Eenmaal bij de gate ging ik op zoek naar mede Mercyshippers. Ik had mijn Mercyships-tshirt aan, dus ik dacht, als ik maar genoeg rondjes ga lopen word ik hopelijk vanzelf aangesproken.. Dat werkte helaas niet, ik ontmoette wel een meisje uit Denemarken die haar vriend in Benin ging opzoeken. Heel kort voor vertrek hoorde ik achter mij iemand zeggen 'it's a missonary hospital ship...' dus ik : 'Did you say mercyships??'. Ja! Ik ontmoette zes mensen, een echtpaar uit Canada en vier mensen uit the States. Ik was wel het mietje van het gezelschap, want ze bleven allemaal voor minstens een jaar of twee.
Anyhow, ik werd helemaal achterin het vliegtuig gedropt, naast een grote Congoleese man die anderhalve stoel in beslag nam. Niet heel comfortabel. Hij was vastbesloten een gesprek met mij aan te knopen alleen er wilden alleen maar Engelse woorden in mn hoofd naar boven komen.. heel irritant..
Het vliegveld. Dit was de grootste chaos die ik ooit heb gezien! Het was zoo druk. Bij de douane deden ze erg lastig, maar toen er ineens iemand mersiesjiep!!! riep, kregen we allemaal een stempel en mochten we er door. De bagageband bleek de volgende uitdaging. Stel je een gemiddelde gymzaal voor, met twee bagagebanden en 500 mensen. CHAOS. Afijn, na twee uur wachten had ik mijn tassen gespot, ik kon naar een Canadees roepen dat hij mijn tas eraf moest sleuren en vervolgens werd deze over de hoofden van velen naar onze bagagekar gebracht.
Omdat de Afrikaanse bevolking niet volledig betrouwbaar blijkt te zijn, werd er bij de ingang gecheckt of je label wel overeenkwam met je sticker in je paspoort, dat kostte weer een half uur..
En toen! Zagen we de mensen die ons op kwamen halen.. werden we in de mercyships jeeps gedropt en sjeesde ik ineens dwars door Cotonou. Zo onwerkelijk.. zo warm, zo klam, zo crowded..
Het was heel gaaf om het schip te zien.. ik had er zo lang naar uitgekeken en hier was tie dan!! Het is echt een drijvend dorp. We moesten een hele zooi papieren invullen en mochten nog even lekker wat eten. Ik slaap met 10 meiden in een cabin. De meeste zijn Amerikaans.
Een roommate heeft me een snelle tour over de boot gegeven.. wauw, wat is het grooot. Ongeloofelijk.
Ik ben heerlijk in mijn bedje gaan liggen.. heb breakfast geskipt.. zat in mijn pyjama op de bank een koekje te eten, mijn paperwork door te nemen en las ineens dat ik om tien uur verwacht werd voor mijn eerste workmeeting. Great. Hmpf. Dus ik sprong snel onder de douche, toen er een firedrill kwam. (als in: een keihard alarm 7x, FIREDRILL, en iedereen die in dokterspak danwel pyjama naar buiten stormt). Een goed begin van de eerste dag! Buiten ontmoette ik Mary-Lou, een amerikaanse vrouw die over de diningroom gaat. Wauw, wat een geweldig mens! Ze kwam vol enthousiasme op mij afstormen en viel me om de nek: I am sooo glaaad to finally meet you!! Vergeleken met de gemiddelde Amerikaan ben ik een koude kikker. Will work on that.
Goed, deze vrouw heeft mij in al haar enthousiasme uitgelegd hoe de diningroom werkt en waar de brandblussers e.d. te vinden zijn. Tegen lunchtime stond ik achter de afwas, hard, hard te werken!!! Wel heel leuk werk.. we moeten ervoor zorgen dat mensen kunnen eten, dus dat varieert van afwassen, tot eten bijvullen, alles schoonmaken, koffie tappen.. de sfeer is super! Er zijn veel verschillende mensen in de diningroom, van advocaten tot economen tot highschool verlaters... nice.
's Middags ben ik naar het zwembad geweest, daarvoor moesten we een half uur door de stad lopen. Indrukwekkend.. de mensen, de hutjes, de brommers (mensen rijden hier op brommers ipv in auto's).. wauw, langzaam besefte ik dat ik niet in Amerika, maar in Afrika was..
Okee. Ik kan niet zo heel helder meer typen, ik heb echt heel slecht geslapen vannacht.. ik ga straks maar lekker in mijn bedje liggen.. ik werk de komende dagen van 06 tot 21. Dus ik hoop lekker in mijn ritme te komen, het werk in de vingers te krijgen, mijn Engels wat bij te shapen.. dan kan ik volgende week tijdens mijn vrije dagen het binnenland in, dat lijkt me echt gaaf..
Dus.. tot zover!! Bedankt voor jullie medeleven :) ! Liefs, Dina (handig dat ik gewend ben geraakt aan die naam, want Dinante is echt onuitspreekbaar ;) )

donderdag 13 augustus 2009

Het laatste weekje

Mijn kamer is momenteel één grote bende (mijn moeder zou zich afvragen of hier een bom is ontploft): ik ben mijn tassen aan het pakken! Dinsdag vertrek ik met mijn familie naar Parijs om woensdagmiddag te vliegen naar Cotonou, Benin. Hier verblijf ik tot 1 december om te werken in de eetzaal van de M/V Africa Mercy van Mercyships. Het is een tijd waar ik zelf enorm naar uit heb gezien en hier hoop ik wat van met jullie te kunnen delen. Ik ben niet van plan om ellenlange verhalen te gaan typen, maar ik zal proberen regelmatig even wat van me te laten horen en wat foto’s te plaatsen.
Ik zou het heel leuk vinden om ook wat van jou te horen! Ik ben meer dan blij dat er op het schip een telefoon- en internetverbinding is :). Het internet is wel bijzonder traag, waardoor ik niet mag skypen. Wel kun je me mailen (liever niet hyven), bloggen, schrijven, smsen, of bellen. En anders spreek/ zie ik je weer in december!

Telefoon:

+001 (954) 538 6110
(USA vast, dus via debelknaller.nl best goedkoop bereikbaar) dit is het centrale nummer, als je dit belt schijn je mij te kunnen bereiken, hoe is mij echter nog een raadsel..

Postadres:

Dinante Kamphuis

MS Holland – Mercy Ships
M/V Africa Mercy – Food Services
Strevelsweg 700/317
3083 AS Rotterdam

De post wordt in Rotterdam verzameld en meegegeven als er mensen naar het schip gaan. Dat schijnt een stuk sneller te zijn dan de reguliere post :) .