Van 19 aug tot 01 dec ben ik op de 'Africa Mercy' van Mercyships in Benin. Ik heb er ontzettend veel zin in en kijk uit naar alle avonturen die ik mag gaan meemaken! Hier kun je mijn verhalen meebeleven, leuk als je een berichtje achterlaat! Liefs - Dinante

zaterdag 26 september 2009

Over een dagje paradijs, een medisch noodgeval en de slappe lach..

Klokslag 08:00 uur stonden Jane (UK), Dorothea (Zwitserland), Kaylee, Kendell (USA), Michelle (Canada), Annemarie (NL) en ik bepakt en bezakt klaar, wachtend op ons weekendje weg. Kneiters, wat hadden we er zin in! Nu is het normaal gesproken zinderend heet in Afrika, maar het uitzicht bood ons vandaag een heuse hoosbui. Zo typisch. Maar hier lieten wij ons natuurlijk niet door van de wijs maken, we gingen immers 2,5 uur naar het Noorden, dus wie weet was het weer daar beter. Toen onze chauffeur erg laat was, maakten we ons geen zorgen, we zijn tenslotte in Afrika en we passen ons aan. Toen hij er om half 9 nog niet was, besloten we hem te bellen. 'I'm on my way! 30 minutes.' We hadden geduld. We waren blij verrasd toen er na twee minuten al een auto aan kwam rijden. 'Tu es Michel?' (de naam van onze driver) 'Oui!' Antwoordde hij ons met een grote, enthousiaste lach. Hij begon onze bagage in de laadbak te hijsen. We constateerden dat de auto slechts één bank had. 'Gaat dat wel passen, met zeven personen?' 'Wat?! Zeven personen? Gaan jullie naar Abome?' 'Uhm nee, Possotome..' Zo kwam het dat onze bagage weer in de stromende regen werd geplant. We waren ondertussen helemaal doorweekt, dus gingen we ons eerst maar weer eens omkleden voordat we 'onze' Michel belden. 'I'm on my way!' 'Ehm.. yeah, you said that 30 minutes ago, are you actually in your car?' 'What?! No ofcourse not! It's raining!' Zo werkt dat dus, regen en autorijden gaan niet samen. Afijn, om half 10 (we waren om half 7 opgestaan, even voor het idee) kwamen er twee taxidrivers naar ons toe. Ze stonden er al een half uur, maar ze hadden door dat onze driver niet op kwam dagen.. 'Hi! I'm Michel!' Eerder had hij zichzelf voorgesteld als Pete. Well, anyway, ze waren bereid ons voor dezelfde prijs naar dezelfde plek te brengen, dus wij waren al lang blij. Eenmaal onderweg snapten we waarom ze misschien liever niet in de regen rijden.. het dak was lek, de deur was lek en er zat een gat in het raam. De beste man stopte een cassetebandje in zijn cassetespeler en een gruwelijke moslim-hiphop (beter kan ik het niet omschrijven) vulde de auto. En hij herhaalde automatisch! Yeah. Eenmaal bij het guesthouse bleek onze reservering niet doorgekomen te zijn. Dorothea belde met de dayworker die zij kent uit de ward en onze trip had georganiseerd. Hij snapte dat er iets bijzonder fout ging, mompelde wat en gooide de hoorn erop. Behulpzaam! Misschien verklaarde dit waarom hij de laatste twee dagen niet was verschenen op zijn werk. Onze toch wel enigszins vriendelijke bestuurders (al werd ik écht heel zenuwachtig van dat cassetebandje) brachten ons naar een ander guesthouse. Dit exemplaar was wat zanderiger, maar zolang wij een bed hadden waren we tevreden. Op het moment van betaling besloten de chauffeurs dat ze toch liever het dubbele van het afgesproken bedrag wilde hebben. Dat ging natuurlijk niet door. Een verhitte Franse discussie volgde. Dorothea hield voet bij stuk en uiteindelijk gingen ze weg. De volgende dag zouden ze ons om 15:00 uur op komen halen. Maar daar hadden we nu ineens een stuk minder vertrouwen in..
Over dat alleen een bed voldoende is, stromend water zou bij nader inzien toch ook best een uitkomst zijn geweest. We besloten er een avontuurlijk in plaats van comforabel weekendje weg van te maken, dus konden we ook wel twee dagen zonder douche.
‘s Middags liepen we naar het strandje en daar begon het paradijsgedeelte van dit verhaal. Wat was het mooi! Palmbomen, zand, idyllische bootjes en een groots meer. We waren allemaal doodmoe van onze werkweken en hebben heerlijk op onze strandstoeltjes gerelaxt. Er poepte een vogel op mijn hoofd. Ik besloot dat ik mijn douche toch ging missen.
Een paar jochies waren aan het vissen en de zon kwam langzaam maar zeker door. Ik kan hier veel over zeggen, maar ik zal de foto’s voor zich laten spreken:

Fijn.

‘s Avonds hebben we bij een hotel (waar ze wel stromend water hadden) wat gegeten. We waren de enige gasten. Een stoere ober bracht ons naar huis, want het was pikkedonker en alleen teruglopen leek ons niet een heel strak plan.
Het was eigenlijk een heel leuk tochtje, zo in het donker. Afrikanen zie je ‘s nachts alleen als ze lachend hun witte tanden showen (werkt goed voor het schrikeffect..), vergeleken met hen zijn wij glow-in-the-dark. We hadden wederom veel bijkijks. We stopten bij een bron, waar warm water uit de grond komt spuiten en de plaatselijke bevolking gezellig met zijn allen doucht. Nouja, mijn haar kon nog wel een dagje wachten.
Kaylee: ‘Oh I love this trip! Everytime I think: What will happen next? It’s so crazy..’.
Om haar vraag te beantwoorden: de stroom viel uit. Maar we konden ook koekjes met pindakaas en M&M’s eten zonder licht. Gezellig!
Vervolgens zakten we door het bed. Nu was de hele situatie zo ontzettend grappig en bizar, dat we de slappe lach kregen. Alleen bleek Kaylee niet te lachen, maar te huilen (en te vloeken), want haar voet zat klem tussen het bed en de vloer. Ze schreeuwde het uit en was er van overtuigd dat hij was gebroken.
Op dit moment vonden wij het ook niet zo grappig meer (beseffende dat er in Benin geen ambulances zijn en we ons 2,5 uur rijden van het schip bevonden en niemand ons daar heen kon brengen). Het ging eigenlijk best snel. Twee meiden raakten in paniek, en werden meteen weer gerustgesteld. Een snelle inventarisatie leverde op: 1 OK-assistent, 1 doktersassistent en 1 geneeskundestudent die nog niet eens met haar co-schappen was begonnen. Nadat we Kaylee’s voet hadden bevrijd, doopten we een handdoek in onze emmer water en probeerden we te koelen, want de voet begon als een razende te zwellen. We hebben gebeden. En 600 mg Ibruprofen in Kaylee’s mond gestopt. Ik was blij dat ik stage had gelopen op de Eerste Hulp en nog wist hoe je een voet moest onderzoeken. Ik dacht niet dat het gebroken was, maar het blijft natuurlijk moeilijk te zeggen. Dorothea legde een strak verband aan. We dachten na over hoe we Kaylee naar het schip konden krijgen, maar aangezien ze daar toch niks meer konden doen dan pijnstilling geven en de nacht afwachten tot de arts er weer was, besloten we dat we bleven. Ondertussen bestierf Kaylee het nog steeds van de pijn. We gingen verhalen vertellen om de aandacht af te leiden. We hebben een filmpje gemaakt. Zo werd het toch nog een ontzettend grappige avond. Aangezien het bed compleet was ingestort, verleepten we Kaylee’s matras naar de vloer. Toen we dachten dat we wel genoeg hadden meegemaakt, brak Annemarie het toilet. Slappe lach alom..
Goed, Annemarie en ik gingen in onze bunker (donker hok met stapelbed) slapen. Ik had een muskietennet, Annemarie sprayde genoeg anti-mug om alle levende wezens in de hele kamer de adem te benemen, zo ook die van mij. Het was ontzettend heet. We konden niet slapen. Dat iemand in de kamer naast ons de fluit bespeelde, hielp niet. We kregen de slappe lach. Om 04:00 uur werd ik wakker van een haan die niet alleen even zijn keel schraapte, maar een vol half uur zijn repertoire ten gehore bracht. Ik vroeg me ineens af of er ook spinnen waren in Benin. En of die ook giftig zijn. Of dodelijk zelfs misschien. En of die ook onder mijn muskietennet door zouden kunnen kruipen om mij te vermoorden. Het was een onrustige nacht.
De volgende ochtend was Kaylee’s voet nog steeds overtuigend blauw. De guesthouse-eigenaar bood opvallend vaak zijn excuses aan voor het instorten van het bed. Hij wilde Kaylee’s voet eens fijn gaan masseren, wat haar een minder goed idee leek. We ontbeten buiten met onze pindakaas en cornflakes en de mannen van het hotel waren enorm enhtousiast over deze vreemde ontbijtgewoontes. Dus aten ze vrolijk mee. Kaylee werd achterop een motor gezet en wij liepen weer naar het strand. Hier kregen we in een bootje visles. Leuk! Op het meer was een grote cirkel gemaakt met takken, dit was een voodoo-offercirkel. Dat vond ik minder leuk. De man legde uit dat hier één keer per maand offers werden gebracht om de goden gunstig te stellen. Buiten deze ene dag was het ten strengste verboden om binnen de cirkel te vissen. Deed je dat wel, dan kon je betrapt, jawel, gesnapt, worden. Wat dat inhield, wist ik niet. Het klonk niet goed.
Helaas vingen we slechts twee mini-visjes, maar het was erg lekker om op het water te zijn en eens goed te verbranden.
Wonder boven wonder kwam onze taxi-chauffeur opdagen. Hij had een mooie manier gevonden om ons terug te pakken. Hij had nu namelijk maar één auto laten komen in plaats van twee. Dorothea ging in de achterbak. Drie mensen gingen voorin. Kaylee’s voet kreeg gedurende 2,5 uur geen bloed meer. Vier mensen zaten op de achterbank.
De man stopte het welbekende cassetebandje in zijn cassetespeler. Hij werd automatisch herhaald. Ik heb het liedje tot nu toe nog niet uit mijn hoofd kunnen krijgen.

vrijdag 18 september 2009

Over een dagje in de diningroom..

Ik heb wel eens gedacht, waarom studeer ik eigenlijk? Iets als borden afwassen ofzo, dat lijkt me eigenlijk een prima baan! Met alle respect voor mensen die borden wassen, het blijkt mijn roeping niet te zijn.. Toch vermaak ik me ontzettend in de diningroom van dit schip. Om een iets beter beeld te geven van wat ik nu bijna 40 uur per week doe, hier een dagje (afgezaagd, sorry, ik weet het) uit het leven van de diningroom staff.
05:30 uur. Ik gebruik mijn mobiel als wekker. Iedere ochtend word ik verschrikt en vol verwarring wakker: WIE waagt het mij midden in de nacht te sms’en! Oh. Werk. Goed, ik hijs mezelf in mijn spijkerbroek, mercyships t-shirt en schoenen en prober verwoed wakker te worden. Ik ben een ochtendmens, maar ook ik ken mijn grenzen. Ondertussen probeer ik alles in het donker te doen, want als ik de lamp aandoe, wordt Sonja wakker, en dat vindt zij niet fijn. Nee, niet fijn. Priska zit ook in mijn team, dus haar kom ik elke ochtend tegen. ‘Goodmorning..’ En we werpen elkaar wat wanhopige: ik-trek-dit-niet-maar-denk-dat-ik-het-aankan-blikken toe. Dat verbroedert en dat helpt. Om 05:59 zet ik mijn prachtige pet op mijn hoofd, want ja, haren in hun eten vinden mensen ook niet fijn. Vervolgens loop ik de deur uit, de hoek om, de trap op, en tadaa daar is de diningroom!
Hier ontmoet ik de rest van mijn uitgeslapen team! Misschien leuk om wat meer over hen te vertellen. Onze teamleader is Miriam uit Duitsland. Ze blijkt heel dichtbij Groningen te wonen, toch spreken we elkaars taal niet.. Anyways, ze is 30 en volgens mij is ze een ontzettend geslaagde zakenvrouw. Nu werkt ze vier maanden op het schip en dat doet ze met veel enthousiasme! Priska is 27, komt uit Zwitserland en werkt bij een accountancy kantoor. Haar moeder komt uit Ghana en daarom is ze heel populair op het schip bij de Ghanese dayvolunteers; ‘Sister, sister, have lunch with me! E-mail me! Phone me! Love me! (Nee, dat laatste zeiden ze niet, maar dachten ze wel..). Tot op heden houdt ze ze op een veilige afstand. Al maakt facebook het er niet makkelijker op. Jessica is 18, net klaar met Highschool en komt dus uit The States. Op haar tweede dag hier werd ze door een oogarts uitgescholden voor stupid American en dat was niet leuk (oke, daar zat wel een verhaal achter). Maargoed, zelf heeft ze ook niet al teveel op met haar vaderland, en graag wil ze op een dag in een koud, donker land gaan wonen. Misschien is Nederland een idee. Jessica houdt van kunst en muziek en heel erg vreemd doen, dus dat brengt leven in de brouwerij! Francis komt uit Canada, naar haar leeftijd durven we niet te vragen, maar ze heeft achttien kleinkinderen. Haar gezondheid laat haar wat in de steek en als ze een stapel borden draagt ben ik wel eens bang dat ze doormidden breekt. Ze bibbert en heeft een kapotte knieschijf. Maar ze is heel lief. Ze is hier samen met haar man, hij is apotheker. Het is niet hun eerste keer op het schip en ze hebben de halve wereld al over gereisd. Dan zijn er de dayworkers. Loveth (mooie naam!) is 23 en komt uit Nigeria. Ze vertelt ons spannende verhalen over de stad Warrie, waar mensen elkaar met honkbalknuppels te lijf gaan en waar nog geen blanke ooit levend van is teruggekeerd. Jessica zal graag een weekendje hier gaan kijken, maar ik vind Loveth’s verhalen wel spannend genoeg. Ze studeert iets met economie en gaat daar volgende maand mee verder. Bona is de Afrikaanse versie van mijn opa Kamphuis. Hij is een trouwe, harde werker uit Benin. Zijn Engels is niet zo denderend, dus onze gesprekken herhalen zich elke dag: ‘Bonaaaaa!’ ‘Dinaaaaaa!’ ‘Comment ca va?’ ‘Ca va bieeeen!!!’ En dan moet hij heel hard lachen en ik ook. Antoine is ook een dayworker uit Benin. Hij kan ook hard werken, maar kan ook vooral veel tijd besteden aan het smeren van allerlei broodjes die vervolgens in kleine zakjes en daarna weer in grotere zakken verdwijnen. Ik vermoed dat hij zijn gezin ervan onderhoudt. Hoeveel kinderen hij heeft, weten we niet, maar hij gebaart ons dat het er karren vol zijn. Interessant.
Dat is dus ons team! En we gaan het ontbijt maken. Dat houdt in, zorgen dat er genoeg borden en bestek zijn, zeven soorten cornflakes uitstallen, brood in de snijmachine gooien, drinkingmachines met jus d’orange en meer vullen, koffie zetten, jam en pindakaas in bakken doen, dat soort dingen.. Ook moeten we paketten eten maken voor het ziekenhuis (30 broden, 10 liter melk, 4 pakken boter, grote hoeveelheden..) en de teams die het land ingaan. Klokslag half 7 wordt het ontbijt geopend. Dan beginnen er drie mensen met de afwas (want, ja, er komen meer dan 400 mensen eten) en zorgt de rest ervoor dat alles aangevuld en schoon blijft. Om klokslag half 8 sluiten we de line en kunnen we de tafels schoonmaken, de vloer vegen en soppen, de keuken schoonmaken. En tussendoor ontbijten we zelf ook.
Elke ochtend zijn er devotions. Dat varieert van swingen met de Afrikaanse dayworkers, tot programs-reporting time (wat er gaande is binnen Mercyships) tot een bijbelstudie. In ieder geval, een goed moment van je dag om even stil te staan bij the bigger picture.. Daarna maken we de rest van de afwas af en begint om 09:15 onze pauze! Tijd voor een dutje, een kopje koffie, een cursus Frans of een muziekje..
Om 11:00 herhaalt het hele ritueel zich voor de lunch (tot 14:00) en om 16:00 voor het avondeten. Meestal zijn we rond 19:30 wel klaar.
Dit klinkt misschien niet heel spannend, maar het is eigenlijk een erg sociale job. De hele bemanning komt natuurlijk langs om te eten en met iedereen kun je even een praatje maken. Dat is leuk! Het grote (echt grote) voordeel van werken in de diningroom, vergeleken met de andere niet-medische departments, is ons rooster. Ik werk de ene week vijf en de andere week slechts twee (!) dagen! Dus dat geeft me de mogelijkheid om doordeweeks met allerlei projecten mee te gaan. En daar kom ik tenslotte voor...

dinsdag 15 september 2009

Over mooie kinders, genante momenten en gevaarlijke situaties..


Remember Ibrahim? Zondagmiddag was ik samen met Jessica weer even in het hospitalitycentre en mocht Ibrahim daar weer ontmoeten, nu na zijn tweede operatie. Wat zag hij er goed uit! Vergeleken met de vorige keer dan.. Vol trots vertelde hij mij (en ik was blij dat ik mijn zelfstudieboek Frans nog even had opengeslagen) dat hij nog maar drie dagen hoefde te blijven, dat hij dan nog één keertje voor controle naar het schip moest komen en dat hij dan (hij maakte een groot 'zoef' gebaar met zijn arm) naar huis mocht. Ik was blij voor hem! Opnieuw was de middag met ballonnen, de Afrikaanse versie van Jan Huigen in de ton en wat liedjes zingen een groot succes.. I love this place. Wat zijn ze mooi he?
Het Engels praten gaat ondertussen automatisch, dat is fijn. Alleen zorgt dat ervoor dat ik soms kleine Nederlandse woorden tussen mn zinnen doorgooi. Dat leverde gisteren een ietwat genante situatie op, helaas. Ik was hard aan het werk in de diningroom, en Jessica stelde mij een vraag. Ik wou iets zeggen in de trant van; dat kan niet hoor. Maar in de haast maakte ik dus een combinatie; You cannot do that hoor. Aangezien ik in het Nederlands een klein splaakgeblek heb, keek ze mij geschokt aan en besefte ik mij dat ik haar zojuist ontzettend grof had uitgescholden.. ai. Maar waarschijnlijk dacht ze; nee ik heb het vast verkeerd verstaan.. zulke dingen zou Dinante nooit zeggen! Hoop ik. Afijn, ik zal beter opletten..
Maandag was er een probleem met de tonijn. Het stond waarschijnlijk al dagen en dagen in de koelkast en dat was men vergeten. Ik had net voor het eerst op het schip tonijn gegeten en dacht dat ik het gewoon niet lekker vond. Tien minuten na de start van de lunch kwam Mary-Lou in paniek naar ons toe, er was iets fout met de tonijn. Best wel ernstig fout. Als vis verrot, wordt er een enzym vrijgemaakt, wat nogal giftig is. Een paar mensen kregen een ontzettend rood, opgezwollen hoofd en een hartslag van 200/minuut (niet goed). Ze werden aan de hartbewaking gelegd en kregen een iv (infuus) zodat ze de troep snel weer kwijt zouden raken. Ik wist nog iets te goed wat het was om ziek te zijn en weigerde opnieuw in mijn bed te gaan liggen. Wonderbaarlijkerwijs voelde ik me prima, ik was blij!
Morgenochtend ga ik van 6-7 zwemmen (bizar, ik weet het, maar ik moet echt eens in beweging komen) en daarna naar een katholiek weeshuis. Twee dagen vrij!
Het Internet is op het moment ontzettend sloom, daarom laten de foto's nog even op zich wachten.. volgt!

zondag 13 september 2009

Over een bijzondere verjaardag..

'Om 7 uur moet je aangekleed zijn!' Dit leek mij voor een vrije zaterdag, mijn verjaardag nog wel, een beetje veel van het goede, dus maakten we er kwart voor acht van. Mijn cabin was door Annemarie en Kaylee feestelijk versierd met slingers en onze immer vrolijke olifantballonnen. Irina, mijn Russische cabinmate, blindoekte me en bracht me, nadat ik heel hard mijn hoofd had gestoten, dankjewel, naar deck 7. Hier wachtten Jessica, Dorothea, Michelle, Miriam, Priska en Lea op mij met een prachtig gedekte tafel, versgebakken broodjes en muffins. Lekker buiten ontbijten! Zo lief, feest!!
Alle Amerikanen enthousiast: twenty-one!! You can drink!! En de Europeanen: Oh, we stop drinking at twenty-one.. Hospitality had koekjes voor me gebakken, wat meiden had een taart gemaakt, er was post uit Nederland en lieve berichtjes op mn deur.. (bedankt voor jullie mails en smsjes!!) dus jarig voelde ik me zeker! :)
Voor de ochtend had ik wel een ietwat bijzondere activiteit gekozen; de gevangenis! De meesten van mijn vrienden gingen, dus ik kon niet achterblijven, vandaar. Ik had geen flauw idee wat ik kon verwachten, dus ik was enigszins overdonderd toen de gevangenis een soort van groot, ommuurd dorp bleek te zijn. Hier leven 2000 mensen, verdeeld in een vrouwen (met kinderen), mannen en jongeren afdeling. Grote pleinen, zand, huisjes, winkeltjes en zelfs een kerk waren aanwezig. En dan de stank.. niet te fijn. Het rechtssysteem schijnt in Benin nog redelijk prima en eerlijk te zijn. Vorig jaar, toen Mercyships in Sierra Leona was, lag het rechtssysteem volledig over de kop. Als je je broer niet zo aardig vond, kon je hem beschuldigen van moord en dan werd hij zonder proces en zonder pardon achter de tralies gezet, wachtend op zijn proces, die nooit zou komen. Treurig. Goed, enigszins geintimideerd door de bewaking en de blikken van de mensen kwam ik aan bij de jongerenafdeling. Of, jongensafdeling, meiden begaan blijkbaar geen misdaden. We waren met zes mensen uit de diningroom, onze teamleider en twee vertalers. Het doel van ons bezoek was om met deze tieners in contact en gesprek te komen, en ze hoop te bieden. Ik had verwacht dat ze ons liever kwijt dan rijk zouden zijn, maar dat viel alles mee. We zongen wat met ze, jembee erbij, voetbalden wat en de vertaler hield een soort van korte preek (denk ik, het was in de plaatselijke taal, Fong). Toen mochten ze vragen aan ons stellen. Weer ging ik uit van het slechte van de mens en verwachtte ik vragen over drugsdeals en huwelijksaanzoeken, maar ze vroegen of we alsjeblieft voor ze wilden bidden. Oh. Dus deden we dat, heel bijzonder.. De teams van Prison Fellowship International gaan regelmatig naar deze plek. Ze leren de gevangenen een vak, zoals kleding maken, eten bakken, brommers repareren.. iets tegen de verveling en iets wat er hopelijk voor zorgt dat ze als ze vrij komen op een eerlijke manier aan hun geld kunnen komen. I was impressed!
's Middags konden we het schip niet af, want we gingen 100 meter varen (jawel!), zodat onze havenplek schoongemaakt kon worden. Dus speelde ik met drie Amerikanen en Annemarie de Kolonisten van Catan. Wat de beste man er niet bij had verteld was dat hij drie (3) uitbreidingspaketten had, waarvan één zelfontworpen. Ik weet niet of je ooit het filmpje van Jiskefet over stiften hebt gezien, maar dat was hoe ik me voelde..
Met Lea, Jessica, Dorothea, Miriam en Annemarie gingen we uit eten bij de Thai. Jessica voelde zich enigszins in de war toen ze besefte dat ze in Afrika in een Frans sprekend restaurant Thais at met een stel Engelssprekende Duitsers om de verjaardag van een Nederlands meisje te vieren.. maar gezellig was het!
Ik moet toegeven dat ik het echt had getroffen, want 's avonds was er een groots feest georganiseerd in the 80's style. De Leger des Heils markten waar ik eerder over vertelden kwamen hierbij weer goed van pas! Het was super.. in het donker, boven op het dak van een enorm schip dance till you drop met een groep mensen uit 40 verschillende landen, wind door je haren en de zee om je heen, I loved it!

maandag 7 september 2009

Over ongewenste huwelijksaanzoeken..

Jessica was zo chaotisch tijdens het inpakken van haar tas dat ze vergeten is de stapel met broeken/rokken in te pakken.. dus loopt ze al dagen in een skinnyjeans, niet heel comfy in dit tropische klimaat. Het enige rokje dat ze had komt tot net boven de knie. De mannen schijnen hier wild te worden van knieën, dus deze was niet geschikt. Dus, gingen Miriam, Priska, Jessica en ik samen met Loveth, een dayworker uit Nigeria, op kledingjacht. Ik ben blij dat ik nog leef.
Zoals ik al ergens eerder had geschreven, beweegt iedereen zich hier voort per zemmyjoan, een brommerachtig iets. Voor het idee; Cotonou heeft 800.000 inwoners en er wordt geschat dat er 80.000 zemmyjoans rondrijden. Dat is veel!! Als je ook maar 1 seconde de indruk wekt dat je van plan bent stil te gaan staan, stopt er een man (vrouwelijke bestuurders heb ik nog niet gespot) in een gele polo om je voor 20 centen (eerst even afdingen) naar de andere kant van de stad te brengen. Door Mercyships wordt ons ten zeerste afgeraden om van deze taxidiensten gebruik te maken. Dit omdat 1. je geen helm draagt 2. je waarschijnlijk verder ook zomers gekleed bent 3. je met 60-70 km/uur door de stad scheurt 4. er geen verkeersregels lijken te zijn waardoor je 5. met je knieën op 5 cm na elk verkeersobject schampt en 6. er per dag alleen al in Cotonou zes zeer ernstige verkeersongelukken met deze dingen gebeuren. En daar zien we dan in ons hospital weer het resultaat van. Als je geluk hebt, want niet iedereen overleeft dit. Nummer 1 van doodsoorzaken onder toeristen in Benin is dan ook geen enge tropische ziekte, maar het verkeer. Al deze informatie liet ik nog eens even door mn hoofd gaan toen ik, sorry mam, toch achterop sprong. Tja, die groepsdruk ;) .
Maar prachtigmooi was het wel! Ik kijk echt mn ogen uit hier. Miriam vond het zo eng dat ze haar bestuurder stevig omarmde. Waar vervolgens alle mannen weer heel hard om moesten lachen en wat een glunderende bestuurder opleverde.
Ook was ik me ernstig bewust van het feit dat ik geen mobiel bij me had, niet wist waar ik precies was, geen Frans sprak en de beste man elk moment kon besluiten om een willekeurige bocht in te slaan zodat niemand ooit meer iets van mij zou vernemen.
Afijn, levend en wel werden wij gedropt op de plaatselijke (nouja, het was toch een aardig stukje rijden) markt. Geen jovo's (witkoppies) hier. Wel heel veel andere mensen. Als je je ooit hebt afgevraagd wat er gebeurt met de kleding die je netjes in vuilniszakken in de Leger des Heilsbak gooit; ze worden verkocht op een enge markt in Cotonou. De markt zelf was niet eng, maar de mensen wel. Het was ontzettend, super, heel erg, druk. Ik deed mijn uiterste best om de andere meiden in het oog te houden. Mijn Frans is niet zo best, maar de woorden die ik naar mijn hoofd geslingerd kreeg begreep ik helaas nog net wel. Het was echt niet normaal, mannen die met twee handen mn pols vasthielden, constateerden dat de bijbehorende hand ringloos was en vroegen: Do you want to marry me? Ik: No! Hij: But I want to marry you. Ik: Helaas pindakaas. En: LET ME GO!! Ik bedoel, opmerkingen kan ik prima negeren maar als mensen aan me gaan zitten word ik panisch. Ik koop binnenkort denk ik maar een ring, voor de illusie..
We zijn nog naar twee andere plekken geweest, steeds per zemmyjoan. Iemand kwam op het briljante idee om met zn drieën op één brommer te gaan zitten. Heel comfortabel was het niet, ik bedoel, ze zijn er niet op ontworpen.. maar het rape + kill scenario was hiermee in ieder geval uitgesloten ;) .
Het was een avontuurlijk middagje! Vanmorgen heb ik de verschillende projecten van Mercyships bezocht. Dit was ook erg indrukwekkend, maar daar zal ik morgen even over typen. Nu ga ik mijn cabinmate Lauren uitzwaaien, ze gaat weer terug naar de States..

zondag 6 september 2009

Over dode en levende kippen..



Op mijn vrije middagje besloten Miriam en ik een stuk door de stad te gaan sjouwen. We sloegen een willekeurig weggetje in en waren ineens onderdeel van een gezellig gebeuren. Wat een drukte, wat een levendigheid! Op de plaatselijke markt werd vanalles verkocht. Groenten, noten, konijnen, kippen, dood of levend, wat je wilt.. Alleen, de stank! Ik was weer goed hersteld van mn ziek-zijn, maar even dacht ik dat ik dit niet zou trekken. Vlees lag gewoon lekker in de zon te bakken, en nonchalant probeerde de slager nog wat vliegen weg te jagen, maar hij had de hoop duidelijk al opgegeven dat ze hem ooit nog zouden gehoorzamen. Er bleef een stuk vlees-bloed-slijm-combinatie aan mijn birkenstock plakken. Een vrouw hield een spartelend konijn voor me en beloofde me een goede prijs. Een meisje stootte me in de haast aan en raakte mijn hoofd daarbij met iets wat een dode kip (zn kop hing er nog aan) bleek te zijn. Aah! Mijn douche achteraf was fijn :) .
Iedereen is hier fan van Fanmilk. Deze soort van ijsjes (kruising tussen softijs en waterijsschraapsel) worden verkocht door enthousiaste Fanmilkverkopers die de hele stad rondfietsen en luid toeteren. Ik mocht er ook eindelijk eentje scoren (15 cent) en hij smaakte fijn!
Vanavond draai ik mijn laatste shift en dan hoef ik de komende week maar twee dagen te werken. Morgen ga ik de dental en de eyeclinic bezoeken, ben benieuwd! Het is fijn dat alles nu langzamerhand wat vertrouwder wordt, dat ik de stad in kan zonder te verdwalen, dat ik weet welke projecten er zijn, dat ik een groep bekende vertrouwde mensen om me heen heb en dat niet alles nog overweldigend nieuw is. Genieten!

woensdag 2 september 2009

Over zelf ziek zijn..

Zaterdag voelde als een dagje vakantie. We vertrokken al vroeg met drie jeeps naar 'Bab's dock'. Vanaf hier gingen we met een bootje een prachtig tochtje maken naar een meer. Hier konden we de hele dag kanoën, relaxen, zwemmen, volleyballen, genieten. Dat was fijn! Al hebben we wel wat tropische regenbuien meegemaakt. Bruin worden in Afrika is een illusie..-
Het was de nacht van maandag op dinsdag dat ik wakker werd en dacht: dit is niet goed. Ik kon de wc niet meer halen, maar mocht mijn aardappel-pork-dorperwtjes ovenschotel in de gootsteen eruit gooien. De rest van dit verhaal zal ik jullie besparen, maar ik ben behoorlijk ziek geweest, kon echt niets meer eten of drinken, zelfs geen water. Ja dat was een leuk welkom voor mijn nieuwe roommates, om tijdens je eerste nacht elk half uur wakker te worden van een 'puking cabinmate'..
Gisteren dus maar niet gewerkt. Vandaag zou ik naar een weeshuis, maar moest dat dus ook helaas aflassen. Saai... Voel me nu een stuk beter. Ik zie uit naar morgen, dan durf ik het land wel weer in!
Ik heb wat foto's geplaatst van mijn cabin, aangezien ik de laatste dagen niet meer gezien heb dan dat helaas.. en van het boottochtje, die zijn wat leuker ;)